Industriebeeld: producentenvertrouwen verslechterd
De stemming onder ondernemers in de industrie is in maart 2012 verslechterd. Het producentenvertrouwen kwam uit op -2,6 tegen -1,5 in februari. Vooral over de orderpositie waren de ondernemers pessimistischer. In de voorgaande twee maanden veranderde het producentenvertrouwen nauwelijks.
De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in januari 2012 bijna 2 procent lager dan in januari 2011. In december produceerde de industrie nog 3,5 procent meer dan een jaar eerder. De industrie behaalde in januari 8 procent meer omzet dan een jaar eerder. Ook in december 2011 bedroeg de omzetstijging 8 procent. De samenstelling van de werk- en feestdagen was in januari 2012 gunstiger dan in januari 2011. Het positieve effect hiervan op de omzetontwikkeling wordt geraamd op ongeveer 3 procent. De producten van de industrie waren 5,5 procent duurder dan een jaar eerder.
In het vierde kwartaal van 2011 kromp de Nederlandse economie met 0,6 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. In het derde kwartaal was er nog sprake van een groei van 1,1 procent.
Productiegroei en producentenvertrouwen
Oordeel over orders en productie verslechterd
Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: het oordeel over de orderpositie, de verwachte productie in de komende drie maanden en het oordeel over de voorraden gereed product.
Het oordeel over de orderpositie verslechterde in maart flink. Daarnaast waren de ondernemers iets somberder over de toekomstige productie dan in februari. Het oordeel over de voorraden veranderde nauwelijks.
Het aantal ondernemers dat de waarde van hun orderontvangsten in de afgelopen drie maanden zag toenemen was kleiner dan het aantal dat de waarde zag afnemen. Wel was de index orderpositie (orders uitgedrukt in maanden werk) met 103,5 iets hoger dan in februari (102,9).
Net als in de voorgaande maanden was het aantal ondernemers dat dacht hun personeelsbestand in de komende drie maanden in te krimpen groter dan het aantal dat een uitbreiding voorzag. Wel is de groep die een krimp voorziet voor de derde maand op rij kleiner geworden.
Toename voorraden minder groot
De ondernemers in de industrie hielden in januari 2012 bijna 5 procent meer voorraad gereed product aan dan in januari 2011. In december 2011 was er een toename van ruim 8 procent. De voorraden zijn al meer dan een jaar groter dan een jaar eerder, maar de toename is de laatste maanden minder fors. De index van de voorraden gereed product (2005=100) kwam in januari uit op 104,9 tegen 104,6 een maand eerder.
Grootste krimp productie in transportmiddelenindustrie
De productie in januari 2012 kromp het sterkst in de transportmiddelenindustrie en wel met 8 procent. De productie in de elektrotechnische en machine-industrie nam 2 procent af, in de voedings- en genotmiddelenindustrie en in de basismetaal- en metaalproductenindustrie met ruim 1 procent. Alleen in de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie nam de productie toe, de groei bedroeg bijna 2 procent.
Groei omzet deels door hogere prijzen
In januari 2012 nam in de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie de omzet het meeste toe (+16 procent). Wel was de groei in deze branche voor tweederde toe te schrijven aan hogere prijzen. De omzet nam in de basismetaal- en metaalproductenindustrie en in de elektrotechnische en machine-industrie met 4 procent toe. De voedings- en genotmiddelenindustrie boekte een kleine omzetstijging van 1 procent. In de transportmiddelenindustrie nam de omzet daarentegen met 4 procent af.
De omzet op de binnenlandse markt was in januari 10 procent hoger dan een jaar eerder. Op de buitenlandse markt bedroeg de omzetgroei bijna 7 procent.
Economie krimpt
In het vierde kwartaal van 2011 kromp de Nederlandse economie met 0,6 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. In het derde kwartaal was er nog sprake van een groei van 1,1 procent. In het vierde kwartaal kromp de consumptie, bleef de uitvoer gelijk en lieten de investeringen een bescheiden groei zien.
De goederenproducenten leverden 2,2 procent minder productie dan in het vierde kwartaal van 2010. Met 14 procent was de productiekrimp verreweg het grootst in de delfstoffenwinning. De industriële productie kromp met 0,2 procent. De bouwproductie groeide daarentegen met 2,2 procent.
Ten opzichte van het voorgaande kwartaal kromp de economie in het vierde kwartaal ook met 0,6 procent. Het was de tweede kwartaal-op-kwartaalkrimp op rij. Daarmee zit de Nederlandse economie in een recessie.
De consumptie door huishoudens was 2,3 procent lager dan in het vierde kwartaal van 2010. Aan goederen werd 3,8 procent minder besteed, aan diensten werd vrijwel evenveel uitgegeven. Door het relatief zachte weer werd er veel minder aardgas verstookt. Dit drukte de consumptie fors, maar ook aan andere producten dan aardgas werd minder gespendeerd. De overheidsconsumptie was 0,2 procent lager dan een jaar eerder.
De uitvoer van goederen en diensten was even hoog als een jaar eerder, het volume van de invoer kromp met 0,1 procent. In de voorgaande kwartalen was er nog sprake van een groei van zowel de uitvoer als de invoer. In het vierde kwartaal was de uitvoer van goederen van eigen bodem 2,6 procent lager dan een jaar eerder. De uitvoer van diensten en de wederuitvoer waren daarentegen hoger.
De investeringen waren 3,6 procent hoger dan in het vierde kwartaal van 2010. De groei was daarmee kleiner dan in het derde kwartaal (5,0 procent). Vooral in personenauto’s en vrachtwagens werd in het vierde kwartaal meer geïnvesteerd dan een jaar eerder.