Industriebeeld: producentenvertrouwen opnieuw vrijwel onveranderd
De stemming onder ondernemers in de industrie is in februari nauwelijks veranderd. Het producentenvertrouwen kwam uit op -1,5 tegen -1,4 in januari. Ook van december op januari bleef het producentenvertrouwen nagenoeg gelijk.
De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in december 2011 ruim 1 procent groter dan in december 2010. In november leverde de industrie nog 1 procent minder productie dan een jaar eerder. De industrie behaalde in december 6 procent meer omzet dan een jaar eerder. De samenstelling van de werk- en feestdagen was echter minder gunstig dan in december 2010. Het negatieve effect hiervan op de omzetontwikkeling wordt geraamd op ongeveer 4 procent. De producten van de industrie waren 6 procent duurder dan een jaar eerder.
In het vierde kwartaal van 2011 kromp de Nederlandse economie met 0,7 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. In het derde kwartaal was er nog sprake van een groei van 1,1 procent.
Productiegroei en producentenvertrouwen
Oordeel over voorraden en orders licht verbeterd
Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: het oordeel over de voorraden gereed product, de verwachte productie in de komende drie maanden en het oordeel over de orderpositie.
De deelindicatoren laten wel veranderingen zien in februari. Het oordeel over de voorraden gereed product verbeterde iets. Daarnaast waren de ondernemers minder pessimistisch over hun orderpositie dan voorgaande maand. Daarentegen waren de ondernemers somberder over hun toekomstige productie dan in januari.
Het aantal ondernemers dat de waarde van hun orderontvangsten in de afgelopen drie maanden zag toenemen was kleiner dan het aantal dat de waarde zag afnemen. Wel was de index orderpositie (orders uitgedrukt in maanden werk) met 102,9 iets hoger dan in januari (102,1).
Net als in de voorgaande maanden was het aantal ondernemers dat dacht hun personeelsbestand in de komende drie maanden in te krimpen groter dan het aantal dat een uitbreiding voorzag. Wel is de groep die een krimp voorziet iets kleiner geworden. De ondernemers verwachtten hun verkoopprijzen te verhogen.
Groei voorraden neemt af
De ondernemers in de industrie hielden in december bijna 7 procent meer voorraad gereed product aan dan in december 2010. De groei was daarmee beduidend kleiner dan in november, toen de toename 11 procent bedroeg. De voorraden zijn een jaar lang onafgebroken groter dan een jaar eerder, maar de toename is de laatste maanden kleiner geworden. De index van de voorraden gereed product (2005=100) kwam in december uit op 102,9 tegen 109,5 in november.
Vooral voedings- en genotmiddelenindustrie produceert meer
De productie van de voedings- en genotmiddelenindustrie was in december 5 procent hoger dan een jaar eerder. De basismetaal- en metaalproductenindustrie produceerde 1 procent meer. Bij de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie en de transportmiddelenindustrie nam de productie juist met 1 procent af. De productie in de elektrotechnische en machine-industrie bleef met -5 procent het meest achter bij die in december 2010.
Binnenlandse omzet neemt meer toe dan buitenlandse omzet
Alle branches realiseerden in december 2011 meer omzet dan in december 2010. De toename was het grootst bij de transportmiddelenindustrie (+15 procent) en de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie (+12 procent).De omzet van de overige branches in de industrie nam slechts licht toe.
Voor de derde achtereenvolgende maand was de omzetgroei op de binnenlandse markt hoger dan op de buitenlandse markt. Daarvoor groeide de omzet op de buitenlandse markt bijna twee jaar lang meer dan de binnenlandse omzet.
Economie krimpt
In het vierde kwartaal van 2011 kromp de Nederlandse economie met 0,7 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. In het derde kwartaal was er nog sprake van een groei van 1,1 procent. De krimp van de consumptie was groter dan in het derde kwartaal en de groei van de uitvoer en de investeringen kleiner.
De goederenproducenten leverden 3,0 procent minder productie dan in het vierde kwartaal van 2010. Met 15 procent was de productiekrimp verreweg het grootst in de delfstoffenwinning. De industriële productie kromp met 0,8 procent. De bouwproductie groeide wel, maar met 0,8 procent was de groei wel bescheiden.
De consumptie door huishoudens was 1,8 procent lager dan in het vierde kwartaal van 2010. Aan goederen werd 3,8 procent minder besteed, aan diensten werd evenveel uitgegeven. Door het relatief zachte weer werd er veel minder aardgas verstookt. Dit drukte de consumptie fors, maar ook aan andere producten dan aardgas werd minder gespendeerd. De overheidsconsumptie was 0,2 procent lager dan een jaar eerder.
De uitvoer van goederen en diensten groeide met 0,4 procent en de invoer met 0,6 procent. Daarmee was zowel de toename van de uitvoer als die van de invoer een stuk kleiner dan in het derde kwartaal. In het vierde kwartaal was de uitvoer van goederen van eigen bodem 2,3 procent lager dan een jaar eerder. De uitvoer van diensten en de wederuitvoer waren daarentegen hoger.
De investeringen waren 2,9 procent hoger dan in het vierde kwartaal van 2010. De groei was daarmee kleiner dan in het derde kwartaal (5,0 procent). Vooral in personenauto’s en vrachtwagens werd in het vierde kwartaal meer geïnvesteerd dan een jaar eerder.