Voedings- en genotmiddelenindustrie
Bedrijven in de voedings- en genotmiddelenindustrie zijn somber gestemd. Zij verwachten de komende drie maanden een afname van zowel de productie als de werkgelegenheid in de branche.
Werkvoorraad neemt licht toe
De ondernemers in de voedings- en genotmiddelenindustrie hebben in januari meer orders in portefeuille dan een maand eerder. De index van de orderpositie, waarin de werkvoorraad tot uitdrukking komt, kwam uit op 102,3 (sept 2011=100). In december vorig jaar was dit nog 99,8. Toch zijn de ondernemers nog steeds negatief over de omvang van hun orderportefeuille. Per saldo vindt 6 procent van hen dat er gezien de tijd van het jaar te weinig orders op de plank liggen.
Orderpositie, oordeel 1) en index 2)
1) oordeel orderpositie = saldo van het percentage ondernemers dat positief of negatief oordeelt
2) index orderpositie = ontvangen orders uitgedrukt in maanden werk, geïndexeerd
Lagere productie, hogere afzetprijzen en minder personeel verwacht
Per saldo verwacht 8 procent van de ondernemers in de voedings- en genotsmiddelenbranche in het eerste kwartaal van van dit jaar een lagere productie te realiseren in vergelijking met de laatste drie maanden vorig jaar.
Wel is het zo, dat ondernemers in deze branche in januari altijd iets pessimistischer gestemd zijn over hun verwachte productie.
Bijna één vijfde van de ondernemers verwacht een stijging van de verkoopprijzen in het eerste kwartaal van 2012.
De vooruitzichten voor de werkgelegenheid zijn al tien maanden op rij somber. Van de bedrijven voorziet 7 procent weliswaar een uitbreiding van het personeelsbestand. Maar 15 procent daarentegen verwacht juist een krimp van de werkgelegenheid.
Verwachting voor januari 2012 tot en met maart 2012
Buitenlandse concurrentiepostie verbeterd
Ondernemers zijn positief over hun buitenlandse concurrentiepositie. Met name over de concurrentiepositie buiten de EU-grenzen oordelen de bedrijven positief. Per saldo verwacht 6 procent meer te kunnen verkopen in het buitenland. De binnenlandse concurrentiepositie is daarentegen juist afgenomen. Per saldo oordeelt 4 procent van de ondernemers hier negatief over.
Ruim drie kwart van de productie-installaties was in januari in bedrijf. Dit is iets minder dan in oktober vorig jaar. Toen was deze bezettingsgraad nog bijna 80 procent.
Bijna 30 procent van de ondernemers ondervindt belemmeringen in de productie. Dit wordt meestal veroorzaakt door te weinig vraag naar producten.