Industriebeeld: ondernemers minder pessimistisch
De stemming onder ondernemers in de industrie is in december verbeterd. Het producentenvertrouwen steeg van -4,8 in november naar -1,3 in december. Vooral over de toekomstige productie waren de ondernemers minder pessimistisch. In de voorgaande twee maanden daalde het producentenvertrouwen nog.
De industrie behaalde in oktober 2011 bijna 7 procent meer omzet dan een jaar eerder. Dit is een halvering van de omzetgroei ten opzichte van september, toen bedroeg de groei iets meer dan 13 procent. De door de industrie verkochte producten waren in oktober ruim 8 procent duurder dan in oktober 2010. De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in oktober 1 procent hoger dan in oktober 2010. Daarmee was de groei kleiner dan in september, toen de productie met bijna 3 procent groeide.
In het derde kwartaal van 2011 groeide de Nederlandse economie met 1,1 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder.
Productiegroei en producentenvertrouwen
Ondernemers veel minder somber over toekomstige productie
Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie.
De ondernemers waren in december 2011 veel minder somber over de toekomstige productie dan in november. Ook het oordeel over de voorraden verbeterde. Over de orderpositie waren de ondernemers daarentegen iets pessimistischer dan in de voorgaande maand.
Het aantal ondernemers dat aangaf dat de waarde van hun orderontvangsten in de afgelopen drie maanden is toegenomen was vrijwel even groot als het aantal dat de waarde van hun orderontvangsten zag afnemen. Met 101,5 was de index orderpositie (orders uitgedrukt in maanden werk) iets hoger dan in november.
Het aantal ondernemers dat dacht de verkoopprijzen in de komende drie maanden te verhogen nam fors toe. Over de toekomstige werkgelegenheid in hun branche waren de ondernemers even somber als voorgaande maand.
Toename voorraden onverminderd groot
De ondernemers in de industrie hielden in oktober bijna 12 procent meer voorraad gereed product aan dan in oktober 2010. De toename was gelijk aan die in september. De voorraden zijn al bijna een jaar onafgebroken hoger dan een jaar eerder. De index van de voorraden gereed product (2005=100) kwam in oktober uit op 108,7 tegen 107,2 in september.
Groei omzet in buitenland kleiner dan in binnenland
De aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie behaalde in oktober weliswaar 11 procent meer omzet, maar de prijzen waren meer dan 16 procent hoger. De transportmiddelenindustrie behaalde ruim 5 procent meer omzet, net als de basismetaal- en metaalproductenindustrie. De voedings- en genotmiddelenindustrie realiseerde 6 procent meer omzet. In deze branche viel de toename volledig toe te schrijven aan hogere prijzen. De omzet van de elektrotechnische en machine-industrie lag in dezelfde orde van grootte als een jaar eerder.
In oktober werd op de buitenlandse markt 6 procent meer omzet behaald dan een jaar eerder en op de binnenlandse 8 procent meer. Het is voor het eerst in bijna twee jaar dat de groei van de in het buitenland gerealiseerde omzet kleiner is dan die van de omzet in eigen land.
Daling productie aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie
Met 12 procent nam de productie het meest toe in de transportmiddelenindustrie. Ook in de voedings- en genotmiddelenindustrie was de productie duidelijk hoger (5 procent). In de basismetaal- en metaalproductenindustrie en de elektrotechnische en machine-industrie nam de productie licht toe. De aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie produceerde daarentegen 4 procent minder dan een jaar eerder.
Economische groei loopt terug
In het derde kwartaal van 2011 groeide de Nederlandse economie met 1,1 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Daarmee was de groei kleiner dan in het tweede kwartaal, toen deze 1,6 procent bedroeg. Ten opzichte van het tweede kwartaal nam het bruto binnenlands product (bbp) in het derde kwartaal met 0,2 procent af. Hierbij is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten. In de voorgaande twee jaar is de economie telkens gegroeid ten opzichte van het voorafgaande kwartaal.
De goederenproducenten leverden 2,7 procent meer productie dan een jaar eerder. Met 6,5 procent was de productiegroei het grootst in de delfstoffenwinning. Bij de industrie bedroeg de toename 3,2 procent, bij de zorg 4,2 procent, bij de overheid was er daarentegen een krimp van 1,3 procent.
De investeringen namen met 5,0 procent toe ten opzichte van een jaar eerder. Daarmee was de investeringsgroei iets groter dan in het tweede kwartaal.
De consumptie van huishoudens was 1,2 procent lager dan in het derde kwartaal van 2010. De huishoudens besteedden ruim 2 procent minder aan goederen. Daar tegenover stond een kleine toename van de bestedingen aan diensten. De overheidsconsumptie was even hoog als een jaar eerder.
De uitvoer groeide met 2,5 procent en de invoer met 1,9 procent. Daarmee was zowel de toename van de uitvoer als die van de invoer een stuk kleiner dan in het tweede kwartaal. De groei van de wederuitvoer was veel kleiner dan in het tweede kwartaal, de groei van de uitvoer van Nederlands product bleef nagenoeg gelijk.