Duitsers kopen meer, Nederlanders minder

© ANP

In het derde kwartaal van 2011 waren de consumptieve uitgaven van de Nederlandse huishoudens 1,1 procent lager dan een jaar eerder. Daarentegen gaven de Duitse huishoudens 1,2 procent meer uit. Ook ten opzichte van het tweede kwartaal was er in Nederland sprake van een afname en in Duitsland van een toename. De omstandigheden voor de consumptie zijn in Duitsland gunstiger dan in Nederland.

De Consumptieradar

Het Centraal Bureau voor de Statistiek publiceert sinds december 2010 de Consumptieradar. Deze visualisatie geeft inzicht in de omstandigheden voor de consumptie aan de hand van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, de verwachtingen van consumenten, de ontwikkeling van huizenprijzen en de beurskoersen. Een korte analyse van deze ontwikkelingen in Nederland en Duitsland maakt duidelijk dat de omstandigheden voor de consumptie bij de oosterburen veel gunstiger zijn dan in Nederland. Bovendien blijken de cao-lonen in Duitsland sterker te zijn gestegen.

Duitsers veel minder negatief over arbeidsmarkt

In november dacht 71 procent van de Nederlandse consumenten dat de werkloosheid in de komende twaalf maanden zal stijgen en slechts 5 procent dat de werkloosheid zal dalen. In de laatste maanden is de Nederlandse consument in snel tempo somberder geworden over de werkloosheid.

De consumenten in Duitsland waren veel minder pessimistisch; het aantal dat een stijging van de werkloosheid verwachtte was in november niet veel groter dan het aantal dat een daling voorzag. De Duitsers zijn al ruim anderhalf jaar minder somber over de ontwikkeling van de werkloosheid dan de Nederlanders. Overigens is de werkloosheid in Duitsland in het derde kwartaal iets gedaald. In Nederland steeg het aantal werklozen juist flink.

Werkloosheidsverwachting consument

Werkloosheidsverwachting consument

Ook de ondernemers in de industrie in Duitsland waren minder negatief over de arbeidsmarkt dan hun Nederlandse collega’s. In november was het aantal Duitse ondernemers dat hun personeelsbestand in de komende drie maanden dacht uit te breiden groter dan het aantal dat een krimp voorzag. In Nederland verwachtten de ondernemers een krimp.

Verwachte personeelssterkte industrie

Verwachte personeelssterkte industrie

Nederlander somber over eigen financiële toekomst

Over de eigen financiële situatie waren de Nederlandse consumenten veel somberder dan de Duitse. In Nederland was het aantal consumenten dat in november dacht dat de eigen financiële situatie in de komende twaalf maanden zal verslechteren veel groter dan het aantal dat een verbetering voorzag. De Duitsers waren juist positief over hun eigen financiële toekomst. Overigens zijn de Nederlanders al ruim anderhalf jaar lang somberder over de toekomstige ontwikkeling van hun eigen financiële situatie dan de oosterburen.

Verwachtingen consumenten t.a.v. hun eigen financiële situatie

Verwachtingen consumenten t.a.v. hun eigen financiële situatie

Huizenprijzen in Nederland flink gedaald

Verder kan de ontwikkeling van de huizenprijzen invloed hebben op de consumptie. Stijgende huizenprijzen kunnen de consumptie stimuleren, dalende huizenprijzen kunnen die juist remmen. In Nederland zijn de huizenprijzen in de afgelopen drie jaar flink gedaald. Dit was in Duitsland niet het geval. Overigens hebben de huizenprijzen in Duitsland vermoedelijk minder effect op de consumptie, omdat in Duitsland een kleiner percentage van de huishoudens een eigen woning bezit.

Beurskoersen zowel in Nederland als in Duitsland omlaag

Ook de situatie op de beurs heeft invloed op de consumptie. Verliezen op de beurs hebben een negatieve invloed op de vermogenspositie van huishoudens. In het derde kwartaal van 2011 daalden zowel de AEX als de DAX, belangrijke beursindices in respectievelijk Nederland en Duitsland. In beide landen was er dus sprake van vermogensverliezen op de beurzen.

De Nederlandse consument is echter door de inrichting van het pensioenstelsel gevoeliger voor deze verliezen. Het Nederlandse pensioenstelsel is, in tegenstelling tot het Duitse, immers grotendeels gebaseerd op kapitaaldekking. Dit betekent dat de pensioenpremie van de werknemer door een pensioenfonds wordt belegd, en dat de uitkering later uit de belegde middelen wordt betaald. De dekkingsgraad van pensioenfondsen is afhankelijk van beleggingsresultaten en de rente. Nu zowel de rente als de rendementen op de beurs laag zijn, dreigen pensioenuitkeringen te worden verlaagd en pensioenpremies te worden verhoogd.

Het Duitse pensioenstelsel is grotendeels een omslagstelsel. In Duitsland worden premieontvangsten dus niet belegd, maar direct gebruikt om de lopende pensioenuitkeringen te financieren.

Cao-lonen in Duitsland sterker gestegen

Ten slotte kan de ontwikkeling van de lonen invloed hebben op de consumptie door huishoudens. In Nederland waren de cao-lonen (exclusief bijzondere beloningen) in de particuliere sector in het derde kwartaal 1,5 procent hoger dan een jaar eerder. De cao-loonstijging hield daarmee de inflatie niet bij.

Volgens Destatis, het Duitse statistiekbureau, stegen de cao-lonen in de Duitse particuliere sector (m.u.v. de landbouw, de bosbouw en de visserij) met 2,4 procent ten opzichte van een jaar eerder. Daarmee was de loonstijging in Duitsland weliswaar ook lager dan de inflatie, maar het verschil was minder groot dan in Nederland.

Cao-loonstijging (exclusief bijzondere beloningen) en inflatie (HICP)

Cao-loonstijging (exclusief bijzondere beloningen) en inflatie (HICP)

Wouter Jonkers

Meer cijfers staan op de dossierpagina conjunctuur