Kwart landbouwgrond kan beregend worden
Boeren investeren steeds meer in het beregenen van landbouwgrond. Was het in 2003 nog mogelijk om 18 procent van de landbouwgrond te beregenen, in 2010 is dit opgelopen tot 26 procent. Het deel van de landbouwgrond dat daadwerkelijk beregend werd is zelfs harder gestegen. In de periode 2002-2009 is dit areaal verdubbeld.
Percentage mogelijk te beregenen landbouwgrond
Areaal mogelijk te beregenen landbouwgrond flink toegenomen
In 2010 kon in de provincie Flevoland met 69 procent het grootste deel van landbouwgrond beregend worden. Daarna kwamen de provincies Noord-Brabant en Limburg met respectievelijk 48 procent en 42 procent. De provincie Zeeland sluit de rij met 8 procent. In de periode 2003-2010 is het areaal landbouwgrond dat beregend kon worden gestegen met 125 duizend hectare (+35 procent). Flevoland had met een uitbreiding van 26 duizend hectare (+75 procent) de grootste toename. Daarna volgen de provincies Noord-Holland met een toename van 20 duizend hectare (+75 procent) en Zuid-Holland met 19 duizend hectare (+125 procent). In 2010 was het mogelijk om 26 procent van alle landbouwgrond te beregenen.
Percentage mogelijk te beregenen landbouwgrond, 2010
Uitbreiding mogelijk te beregenen areaal vooral op zeeklei
De uitbreiding van de mogelijkheid om te beregenen is vooral te vinden op de zeekleigebieden in Flevoland, in Noord-Holland boven het Noordzeekanaal en op de Zuidhollandse eilanden. Op de zandgronden in het oosten van Noord-Brabant en in Noord-Limburg waren de uitbreidingen geringer. De reden hiervoor is dat op deze zandgronden al veel beregening plaatsvond.
Percentage daadwerkelijk beregende landbouwgrond
Areaal beregende landbouwgrond verdubbeld
In de provincies Noord-Brabant en Limburg wordt door de jaren heen relatief het meest beregend. In het topberegeningsjaar 2006 werd zowel in Noord-Brabant als in Limburg bijna 27 procent van de landbouwgrond beregend. Het jaar 2006 had een normale hoeveelheid neerslag, maar de neerslag per maand liet grote variaties zien. De maanden juni, juli en september waren erg droog. Daar tegenover stond de maand augustus, die de natste in honderd jaar was. Het neerslagtekort was vooral in de maand juli fors opgelopen. Het jaarlijkse verloop van het neerslagtekort was in de periode 2002-2009 sterk wisselend, maar er was een onmiskenbare trend naar meer beregening. Die trend gaf een verdubbeling aan van het areaal landbouwgrond dat beregend werd.
Wim de Rooij
Bron: Maatwerktabel