Oordeel en verwachtingen: transportmiddelenindustrie
Uit de Conjunctuurtest van oktober 2011 blijkt dat de orderportefeuille in de transportmiddelenindustrie verder is afgenomen. De ondernemers voorzien lagere afzetprijzen voor hun producten en de werkgelegenheid in hun branche zal in de komende periode afnemen. Verder is de concurrentiepositie op de buitenlandse markt verbeterd maar leidt dit niet tot exportgroei.
Orderportefeuille fors kleiner
Per saldo hebben meer ondernemers dan in september een afname van de orderontvangst in de afgelopen drie maanden opgegeven, waardoor de werkvoorraad verder is gekrompen. De hieraan gerelateerde index orderpositie is met 4,1 punt gedaald en komt uit op 111,0 (juli 2000=100). De werkvoorraad is sinds augustus 2010 niet zo klein geweest. Een dergelijke grote daling van de index in 1 maand is sinds juli 2009 niet meer voorgekomen. Evenals in september vindt per saldo 43 procent van de ondernemers dat hun orderportefeuille te klein is.
Orderpositie, oordeel 1) en index 2)
1) oordeel orderpositie = saldo van het percentage ondernemers dat positief of negatief oordeelt
2) index orderpositie = ontvangen orders uitgedrukt in maanden werk, geïndexeerd
Lagere prijzen en minder personeel
Ondanks de lagere orderontvangst verwacht per saldo 1 op 20 ondernemers meer te produceren in de periode oktober tot en met december. De afnemers van de producten zullen naar verwachting tegen lagere prijzen geleverd krijgen, naar de mening van per saldo 5 procent van de ondernemers. Voor het eerst sinds april 2010 zijn de bedrijven die personeel denken af te stoten met 2 procent iets in de meerderheid.
Verwachting voor oktober tot en met december 2011
Onvoldoende vraag belemmert productie
De concurrentiepositie is op zowel de binnenlandse markt als op de buitenlandse markt binnen de EU volgens de ondernemers ongewijzigd gebleven. De concurrentiepositie buiten de EU is in de periode juli tot en met september weliswaar verbeterd, maar dat zal volgens de ondernemers niet leiden tot een groei van de buitenlandse afzet. Zij verwachten dat de export in het vierde kwartaal van dit jaar gelijk zal zijn aan die in het derde kwartaal. De bezettingsgraad van de productie-installaties is uitgekomen op 69,4 procent, hetgeen nagenoeg hetzelfde niveau is als in juli. Onvoldoende vraag naar hun producten wordt door 4 op de 10 bedrijven als een productiebelemmering ervaren. Deze groep is daarmee groter dan in de voorgaande drie kwartalen.