De onzekere toekomst van de pensioengerechtigde leeftijd
In het voorontwerp voor de nieuwe pensioenwet wordt voorgesteld de richtleeftijd voor AOW en pensioen, na een eerste verhoging tot 66 jaar, te koppelen aan de resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd. Hiertoe wordt elke vijf jaar aan de hand van de dan geldende CBS-prognose vastgesteld of een verdere verhoging met ten hoogste één jaar gerechtvaardigd is. Op basis van de huidige stochastische sterfteprognose van het CBS is doorgerekend wat, gegeven iemands geboortejaar, diens meest waarschijnlijk toekomstige pensioengerechtigde leeftijd is als de wet van kracht wordt. Omdat de ontwikkeling van de levensverwachting grote onzekerhedenkent is ook de toekomstige pensioenleeftijd onzeker. Daarom wordt een kansverdeling gepresenteerd.