Industriebeeld: producentenvertrouwen verder omlaag
De stemming onder ondernemers in de industrie is in augustus verslechterd. Het producentenvertrouwen daalde van -2,2 in juli naar -3,3 in augustus. Het is de vijfde keer op rij dat het producentenvertrouwen afnam.
De industrie behaalde in juni 8 procent meer omzet dan een jaar eerder. In mei bedroeg de groei nog 24 procent. Het patroon van werk- en feestdagen in juni 2011 verschilde flink van dat in 2010. Zo vielen Hemelvaart en Pinksteren dit jaar in juni en vorig jaar in mei. Juni 2011 telde daardoor twee werkdagen minder dan juni 2010. In mei waren er nog vier werkdagen meer dan een jaar eerder. Het negatieve effect op de omzetontwikkeling in juni wordt geraamd op ruim 5 procent. De door de industrie verkochte producten waren bijna 9 procent duurder dan een jaar eerder. De gemiddelde dagproductie was in juni ruim 2 procent hoger dan in juni 2010. Daarmee is de productiegroei even groot als in mei.
In het tweede kwartaal van 2011 groeide de Nederlandse economie met 1,5 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder.
Productiegroei en producentenvertrouwen
Ondernemers veel somberder over hun orderpositie
Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: het oordeel over de orderpositie, de verwachte productie in de komende drie maanden en het oordeel over de voorraden gereed product.
De daling van het producentenvertrouwen in augustus kan geheel worden toegeschreven aan het oordeel over de orderpositie. De ondernemers waren veel somberder over hun orderpositie dan in juli. Over de voorraden gereed product waren zij juist iets minder ontevreden. De verwachting over de productie in de komende drie maanden veranderde nauwelijks.
Net als in juli waren de ondernemers negatief over de toekomstige werkgelegenheid in hun branche. Het aantal ondernemers dat verwachtte dat de personeelsomvang in de komende drie maanden af zal nemen was groter was dan het aantal dat een toename voorzag.
De waarde van hun orderontvangst is volgens de ondernemers in de afgelopen drie maanden afgenomen. De index orderpositie (orders uitgedrukt in maanden werk) was in augustus met 103,6 even hoog als in juli.
Toename voorraden minder groot
De ondernemers in de industrie hielden in juni bijna 8 procent meer voorraad gereed product aan dan in juni 2010. De toename was fors, maar wel kleiner dan in de voorgaande twee maanden. De index van de voorraden gereed product (2005=100) kwam in juni uit op 104,3. In mei stond de index op 105,4.
Sterkste omzettoename in aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie
De toename van de omzet was met 15 procent het grootst bij de aardolie-, chemische, rubber- en kunstofproductenindustrie. Deze toename kan geheel worden toegeschreven aan prijsstijgingen. Met 9 procent was ook de omzetgroei in de basismetaal- en metaalproductenindustrie groot. In deze branche namen niet alleen de prijzen, maar ook het volume toe.
In juni werd op buitenlandse markten 12 procent meer omzet behaald dan een jaar eerder en op de binnenlandse markt 4 procent meer. De toename van de in het buitenland gerealiseerde omzet is al anderhalf jaar groter dan die van de omzet in eigen land.
Productie groeit in transportmiddelenindustrie het hardst
Met 20 procent nam de productie het meest toe in de transportmiddelenindustrie. Ook in de elektrotechnische en machine-industrie en de basismetaal- en metaalproductenindustrie groeide de productie ten opzichte van een jaar eerder. Met 2 respectievelijk 3 procent was de groei in deze branches wel veel kleiner dan die in de transportmiddelenindustrie. In de voedings- en genotmiddelenindustrie was de productie in dezelfde orde van grootte als een jaar eerder. De aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie leverde 3 procent minder productie.
Bruto toegevoegde waarde industrie neemt toe
De economische groei van 1,5 procent in het tweede kwartaal van 2011 ten opzichte van een jaar eerder is veel kleiner dan de groei van 2,8 procent in het eerste kwartaal. Ten opzichte van het eerste kwartaal nam het bruto binnenlands product (bbp) in het tweede kwartaal met 0,1 procent toe. Hierbij is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten.
De goederenproducenten leverden 1,0 procent meer productie dan een jaar eerder. Met circa 3 procent was de groei het grootst in de bouwnijverheid en de industrie. Bij de commerciële dienstverleners bedroeg de toename 2,0 procent en bij de overheid en de zorg 1,6 procent.
De investeringen namen met 4,2 procent toe ten opzichte van een jaar eerder. Daarmee was de investeringsgroei een stuk kleiner dan een kwartaal eerder, toen de groei nog 10,1 procent bedroeg. Met name bij de investeringen in bouwwerken was de toename veel minder groot dan in het eerste kwartaal, toen de bouwnijverheid profiteerde van het zachte weer.
Huishoudens consumeerden even veel als in het tweede kwartaal van 2010. De huishoudens besteedden iets meer aan diensten en duurzame goederen, maar daar tegenover stonden een lager gasverbruik en een afname van de bestedingen aan voedings- en genotmiddelen. De overheidsconsumptie was 0,9 procent hoger dan een jaar eerder.
De uitvoer groeide met 6,6 procent en de invoer met 5,8 procent. Daarmee was zowel de toename van de uitvoer als die van de invoer iets kleiner dan in het eerste kwartaal. Vooral de uitvoergroei van Nederlandse producten viel sterk terug.