De correcte waarneming en statistische beschrijving van het economisch acteren van grote, vaak complexe ondernemingen stelt statistiekbureaus over de hele wereld voor problemen. In Nederland is dit extra belangrijk maar ook ingewikkeld, vooral door de zeer open economie van Nederland (CBS, Internationaliseringsmonitor 2010) en het relatief grote aantal grote ondernemingen dat zijn hoofdvestiging in Nederland heeft. In de afgelopen jaren is een aantal Nederlandse ondernemingen in buitenlandse handen gevallen (Boston Consultancy Group, 2008). Toch blijft het strategisch centrum, waar de beslissingen worden genomen (over bijvoorbeeld investeringen en overnames), in Nederland (Volkskrant, 30 maart 2011). Door maatschappelijke ontwikkelingen als globalisering, elektronische informatie-uitwisseling en wisselingen in concernsamenstelling door fusies, overnames en de verkoop van bedrijfsonderdelen neemt het belang van een goede registratie van deze ondernemingen verder toe.
In de literatuur wordt vooral focus gelegd op het belang van deze grote ondernemingen, de aantrekkingskracht die ze op andere ondernemingen hebben en hoe de overheid deze ondernemingen kan aantrekken en behouden (Baaij, van den Bosch, Volberda en Mom, 2009). Onder de grote ondernemingen bevinden zich ook holdings- en hulpbedrijven. Een onderneming is een holding als de hoofdfunctie van de onderneming het beheren en leiden van een groep dochterondernemingen is. Van een hulpbedrijf wordt gesproken op het moment dat er geen, of nauwelijks, marktgerichte activiteiten worden uitgevoerd. Er is weinig bekend over kenmerken van holdings- en hulpbedrijven. Het CBS komt nu voor het eerst met cijfers over een van deze kenmerken van deze ondernemingen naar buiten. Een kenmerk kan het soort dienstverlening zijn of bijvoorbeeld de werkzame personen. Dit artikel zal een beeld van intraconcerndienstverlening in Nederland schetsen. Intraconcerndienstverlening is dienstverlening binnen een concern, dus tussen bijvoorbeeld de moedermaatschappij en een dochtermaatschappij. Er is voorheen niet of nauwelijks gepubliceerd over dit onderwerp of andere kenmerken van holdings- of hulpbedrijven.