Het midden- en kleinbedrijf (MKB) vervult een belangrijke rol in de Nederlandse economie. Van het totale aantal bedrijven en instellingen in Nederland behoort driekwart tot het MKB in de nijverheid en commerciële dienstverlening. Er zijn in deze MKB-bedrijven 3,4 miljoen werkzame personen. Dat is de helft van de totale werkgelegenheid in Nederland. Ook uit de verdeling van de toegevoegde waarde blijkt het belang van het MKB. Van de toegevoegde waarde wordt 55 procent gegenereerd in het MKB in de nijverheid en de commerciële dienstverlening. Dat was in 2008 een bedrag van 290 miljard euro.
Een goed functionerend MKB wordt gezien als een banenmotor voor de economie, waar nieuwe bedrijven en nieuwe werkgelegenheid ontstaan en waar flexibel ingespeeld kan worden op vernieuwingen in ontwikkelingen, technologie, toepassingen en marktvraag. In de laatste decennia wordt de economie gekenmerkt door flexibiliteit, turbulentie, diversiteit en creativiteit. Dat zijn eigenschappen die vooral aan kleinere bedrijven worden toegedicht. Snelle groeiers en in het bijzonder jonge snelle groeiers (gazelles) zijn gemiddeld kleinere bedrijven dan de niet-snelle groeiers. Zo hadden gazelles (in 2002) gemiddeld 24 werknemers in dienst, overige snelle groeiers 48 en niet-snelle groeiers 61. Ook in de internationale handel speelt het MKB een belangrijke rol. In 2008 bedroeg de export van goederen van MKB bedrijven 157 miljard euro. Dat is 42 procent van de totale export van goederen. De import van goederen door het MKB bedroeg 151 miljard oftewel 45 procent van de totale import van goederen.