Winst bedrijven opnieuw gestegen

De nettowinst van niet-financiële ondernemingen nam in het vierde kwartaal van 2010 met 8,8 miljard toe tot 30,2 miljard euro. De winstgroei ten opzichte van het overeenkomstige kwartaal van 2009 bedroeg ruim 40 procent. Het is het vierde kwartaal op rij dat de nettowinst stijgt.

Exploitatieoverschot ook toegenomen

De stijging van de winst was ook in het vierde kwartaal van 2010 voor het grootste deel te danken aan de buitenlandse dochterondernemingen. Het resultaat behaald met binnenlandse productieactiviteiten (het netto-exploitatieoverschot) steeg met 2,7 miljard tot 23,5 miljard euro.

Resultaat niet-financiële ondernemingen

Resultaat niet-financiële ondernemingen

Winstuitkeringen gestegen

De stijging van de winst ging in het laatste kwartaal van 2010 gepaard met hogere winstuitkeringen aan de aandeelhouders van de niet-financiële ondernemingen. Deze lagen 12 procent boven het niveau van het vierde kwartaal van 2009.

Per saldo leningen opgenomen

In tegenstelling tot de drie eerdere kwartalen hebben niet-financiële ondernemingen in het vierde kwartaal van 2010 per saldo weer leningen opgenomen, in totaal voor 1,4 miljard euro. Mogelijk duidt dat op herstel. Er werden vooral kortlopende leningen bij andere concernonderdelen opgenomen. De langlopende leningen met een hogere rente werden juist afgelost. De schuld aan  Nederlandse banken werd hierdoor met 1,9 miljard euro verkleind

Saldo opgenomen leningen niet-financiële ondernemingen

Saldo opgenomen leningen niet-financiële ondernemingen

Expansie bedrijven gaat nog steeds door

In het vierde kwartaal van 2010 hebben niet-financiële ondernemingen voor aanzienlijke bedragen belangen genomen in andere bedrijven. In totaal werd voor bijna 12,8 miljard euro aan aandelen en deelnemingen in beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde bedrijven aangekocht. Deze ontwikkeling is al vanaf begin 2010 zichtbaar. Deze investeringen in  aandelen en deelnemingen door bedrijven zijn voornamelijk bekostigd door uitgifte van eigen aandelen, verkoop van effecten, inning van vorderingen (op andere concernonderdelen) en door cash betalingen.