Industriebeeld: ondernemers optimistisch het jaar uit

De stemming onder ondernemers in de industrie is in december sterk verbeterd. Het producentenvertrouwen kwam uit op 2,5 tegen 0,3 in november. Vooral over hun orderpositie waren de ondernemers zeer te spreken.

De ondernemers in de industrie behaalden in oktober 11 procent meer omzet dan in oktober 2009. Deze toename is een fractie groter dan die in september. De omzet lag de afgelopen maanden nog altijd ruim onder het niveau van dezelfde maand in 2008. De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie lag in oktober 5 procent hoger dan in oktober 2009. Deze productietoename is iets groter dan die in september. Hoewel de productie in 2010 elke maand groter was dan in de overeenkomende maand van 2009, lag deze nog altijd onder het niveau van 2008.

In het derde kwartaal van 2010 groeide de Nederlandse economie met 1,9 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2009. Dit is iets minder dan in het tweede kwartaal, toen de economie met 2,2 procent groeide.

Productiegroei en producentenvertrouwen

Sterke verbetering oordeel over orderpositie

Het oordeel over de orderpositie verbeterde sterk. Het aantal producenten dat de orderpositie groot vond was voor het eerst in ruim twee jaar groter dan het aantal dat de orderpositie klein vond. Ook het oordeel over de voorraden verbeterde aanzienlijk. De stemming over de toekomstige productie was echter minder optimistisch dan in november. Er waren in december meer ondernemers die een afname verwachten dan die een toename verwachten.

In december rapporteerden de ondernemers in de industrie een flinke toename van de waarde van de orderontvangst. De index orderpositie (orders uitgedrukt in maanden werk) steeg van 102,0 naar 102,6. Over de toekomstige personeelssterkte dachten de ondernemers vrijwel hetzelfde als in november.

Krimp voorraden neemt af

De ondernemers in de industrie hielden in oktober ruim 2 procent minder voorraad gereed product aan dan in oktober 2009. De krimp was kleiner dan die in alle voorgaande maanden in 2010. De voorraden eindproduct zijn al ruim anderhalf jaar lang onafgebroken lager dan een jaar eerder. De index van de voorraden gereed product (2005=100) kwam in oktober uit op 97,3. Dit is 1,7 punt hoger dan in september.

Alle branches realiseren meer omzet

Oktober had in 2010 een werkdag minder dan in 2009. Het negatieve effect hiervan op de omzetontwikkeling wordt geraamd op ongeveer tweeënhalf procent. De door de industrie verkochte producten waren 9 procent duurder dan een jaar eerder.

Met 20 procent nam de omzet bij de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie het meest toe. Ook ondernemers in de elektrotechnische- en machine-industrie (18 procent) en de transportmiddelenindustrie (16 procent) realiseerden fors hogere omzetten. De omzet van de basismetaal- en metaalproductenindustrie lag 7 procent boven het niveau van oktober 2009, die in  de voedings- en genotmiddelenindustrie slechts 1 procent.

De omzet op de exportmarkt was in oktober 20 procent hoger dan een jaar eerder. Op de binnenlandse markt was de toename een stuk minder groot. Hier werd maar 2 procent meer omzet gerealiseerd.

Weer productiegroei

Met 44 procent was de productietoename het grootst in de transportmiddelenindustrie. De elektrotechnische en machine-industrie en de basismetaal- en metaalproductenindustrie leverden ook aanzienlijk meer productie dan in oktober 2009. In deze branches bedroeg de toename respectievelijk 16 en 10 procent. In de voedings- en genotmiddelenindustrie lag de productie slechts iets boven het niveau van oktober 2009, in de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie 4 procent er onder.

Bruto toegevoegde waarde industrie groeit flink

In het derde kwartaal van 2010 groeide de Nederlandse economie met 1,9 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2009. Dit is iets minder dan in het tweede kwartaal, toen de economie met 2,2 procent groeide.

Vergeleken met het voorgaande kwartaal groeide het bruto binnenlands product (bbp) in het derde kwartaal niet. Hierbij is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten. In de vier kwartalen daarvoor groeide de economie telkens van kwartaal-op-kwartaal.

De goederenproducenten leverden 2,7 procent meer productie dan een jaar eerder. Hier deed vooral de industrie het goed met een groei van 7,8 procent. De productie van de bouwnijverheid lag daarentegen nog steeds ver onder het niveau van een jaar eerder.