Hogere toegangsprijzen musea

Het toegangskaartje voor een museum is voor een volwassene bijna twee keer zo duur als voor een kind. En het doorsnee kaartje, gewogen naar het aantal betalende bezoekers, is eveneens bijna twee keer duurder dan het ongewogen toegangskaartje. Dit blijkt uit de nieuwe berekeningsmethode van de gemiddelde entreeprijzen van Nederlandse musea.

Tarief entree musea


ongewogen

gewogen



kind volwassene kind jeugd volwassene senior

  euro
2003 1,37 3,16 2,84 3,27 5,66 4,85
2005 1,46 3,29 3,3 3,54 6,2 5,41
2007 1,77 3,77 3,76 4,19 6,99 6,2

In bovenstaande tabel is een correctie toegepast op de gewogen toegangsprijzen voor kinderen in het jaar 2005. Deze bleken onder het niveau van 2003 uit te komen. De toegepaste correctie bestaat uit een middeling van de 2003 en 2007 gegevens

De toegangsprijzen worden berekend aan de hand van de opgave van musea, die onder andere gevraagd worden naar het toegangstarief voor kinderen, jeugd, volwassenen en senioren. De leeftijdsgrenzen die de verschillende musea hanteren voor kinderen en jeugd variëren. Hiermee is bij de verwerking van de gegevens verder geen rekening gehouden.

De gemiddelde toegangsprijs wordt berekend voor alle niet gratis musea. In de oude berekeningsmethode van het CBS werden de toegangsprijzen niet gewogen naar het aantal betalende bezoekers. Hierdoor was de gemiddelde toegangsprijs lager. Dit wordt veroorzaakt doordat grote publiekstrekkers veelal hogere toeganstarieven hanteren dan de kleinere.

Het CBS publiceert twee jaarlijks cijfers over musea, waaronder de toegangsprijzen