Industriebeeld: producentenvertrouwen vrijwel onveranderd
Het producentenvertrouwen is in november nauwelijks veranderd. De indicator kwam uit op 0,3, tegen 0,5 in oktober. Het producentenvertrouwen schommelt al ruim een halfjaar rond de nul.
De ondernemers in de industrie behaalden in september 11 procent meer omzet dan in september 2009. Deze toename is wat kleiner dan die in augustus. Toen bedroeg de omzetgroei 15 procent. De omzet lag de afgelopen maanden nog altijd ruim onder het niveau van dezelfde maand in 2008. De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie lag in september 4 procent hoger dan in september 2009. Deze productietoename is kleiner dan die in voorgaande maanden. Hoewel de productie in 2010 elke maand groter was dan in de overeenkomende maand van 2009, lag deze nog altijd onder het niveau van 2008.
Volgens de eerste, voorlopige, raming van het CBS groeide de Nederlandse economie in het derde kwartaal van 2010 met 1,8 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2009.
Productiegroei en producentenvertrouwen
Verwachtingen over toekomstige productie nauwelijks veranderd
De verwachtingen over de toekomstige productie veranderden nauwelijks. Net als in oktober was in november het aantal ondernemers dat verwachtte dat de productie in de komende drie maanden toe zal nemen groter dan het aantal dat een afname voorzag. Ook het oordeel over de voorraden gereed product en dat over de orderpositie bleven nagenoeg gelijk.
Over de toekomstige personeelssterkte dachten de ondernemers ook al vrijwel hetzelfde als in oktober. Het aantal ondernemers dat dacht hun personeelsomvang uit te breiden in de komende drie maanden bleef iets kleiner dan het aantal dat een krimp verwachtte.
Minder voorraden
De ondernemers in de industrie hielden in september ruim 5 procent minder voorraad gereed product aan dan in september 2009. De krimp was vrijwel gelijk aan die in augustus. De voorraden eindproduct zijn al anderhalf jaar lang onafgebroken lager dan een jaar eerder. De index van de voorraden gereed product (2005=100) kwam in september uit op 95,4.
Alle branches realiseren meer omzet
De hogere omzet is grotendeels toe te schrijven aan bijna 9 procent hogere afzetprijzen. September had in 2010 evenveel werkdagen als in 2009.
Met 20 procent nam de omzet bij de elektrotechnische- en machine-industrie het meest toe. Ook ondernemers in de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie (15 procent) en de basismetaal- en metaalproductenindustrie (16 procent) realiseerden fors hogere omzetten. De omzet van de voedings- en genotmiddelenindustrie lag 3 procent boven het niveau van september 2009.
De omzet op de exportmarkt was in september 17 procent hoger dan een jaar eerder. Op de binnenlandse markt was de toename een stuk minder groot. Hier werd 3 procent meer omzet gerealiseerd.
Meer productie
De productietoename was met 27 procent het grootst in de transportmiddelenindustrie. De elektrotechnische en machine-industrie en de basismetaal- en metaalproductenindustrie leverden ook aanzienlijk meer productie dan in september 2009. In deze branches bedroeg de toename respectievelijk 18 en 13 procent. In de voedings- en genotmiddelenindustrie lag de productie slechts iets boven het niveau van september 2009, in de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie 6 procent er onder.
Voor het bepalen van de kortetermijnontwikkeling van de productie kan het beste gekeken worden naar voor seizoeneffecten gecorrigeerde cijfers. Omdat de seizoenvrije maandcijfers soms een wat grillig verloop vertonen, wordt hiervoor het tweemaandsgemiddelde ten opzichte van twee maanden eerder gebruikt. Na correctie voor werkdageffecten en seizoeninvloeden was de industriële productie in de periode augustus – september nagenoeg gelijk aan die van juni – juli.
Bruto toegevoegde waarde industrie groeit flink
Volgens de eerste, voorlopige, raming van het CBS groeide de Nederlandse economie in het derde kwartaal van 2010 met 1,8 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2009. In het tweede kwartaal groeide de economie met 2,2 procent.
Vergeleken met het voorgaande kwartaal daalde het bruto binnenlands product (bbp) licht. Het volume van het bbp was 0,1 procent kleiner dan in het tweede kwartaal. Hierbij is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten. In de vier kwartalen daarvoor groeide de economie telkens van kwartaal-op-kwartaal.
De goederenproducenten leverden in het derde kwartaal 2,1 procent meer productie dan een jaar eerder. Hier deed vooral de industrie het goed met een groei van 7 procent. De industriële groei is echter iets minder dan in het tweede kwartaal, vooral vanwege een groeivertraging in de chemie. De productie van aardgas was weliswaar iets hoger dan een jaar eerder, maar de toename was wel veel minder dan in het tweede kwartaal. In het kielzog van de toegenomen industriële productie groeiden handel en transport met respectievelijk 7 en 3 procent.
De productie van de bouwnijverheid lag nog steeds ver onder het niveau van een jaar eerder. Bij de dienstenproducenten nam de productie ongeveer net zo veel toe als bij de goederenproducenten.