Inkomen huishoudens krimpt

Huishoudens hadden in het tweede kwartaal van 2010 reëel 1,6 procent minder te besteden dan in dezelfde periode een jaar eerder. De consumptie nam desondanks in deze periode met 0,1 procent licht toe. Het inkomen dat overblijft na consumptie, de zogenaamde vrije besparingen, is door de uitbetaling van het vakantiegeld in het tweede kwartaal altijd positief (14,6 miljard euro). Het is echter wel 1,1 miljard euro lager dan in het tweede kwartaal van 2009.

Inkomen valt terug door prijsstijging

Het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens is in het tweede kwartaal van 2010 met 1,6 procent gedaald ten opzichte van het overeenkomstige kwartaal van 2009. In het eerste kwartaal was de afname nog 2,5 procent. De daling van 1,6 procent werd veroorzaakt doordat de prijsstijging van 1,8 procent de toename van het beschikbaar inkomen (0,2 procent) ruimschoots overtrof.

De beloning van werknemers, de belangrijkste inkomensbron, nam ondanks een daling van het aantal banen toe met 1,1 procent. Dit kwam vooral door in het verleden afgesproken cao-loonsverhogingen. De sociale uitkeringen groeiden met 7,8 procent veel harder. Dat kwam onder meer door de stijging van ontvangen WW-uitkeringen en zorgtoeslagen. Andere inkomenscomponenten zoals inkomen van zelfstandigen en inkomen uit vermogen (waaronder rente en dividenden) zijn ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van een jaar eerder.

Tegenover deze ontwikkelingen in de inkomsten stond een forse toename van de betaalde wettelijke sociale premies (6,7 procent). Dat kwam onder meer door een wijziging in de inkomensgrenzen voor de verschillende belastingtarieven.

Reëel beschikbaar inkomen en consumptie

Reëel beschikbaar inkomen en consumptie

Consumptie groeit bescheiden

Ondanks de krimp van het reëel beschikbare inkomen nam de reële consumptie met 0,1 procent toe. Deze stijging volgt op vijf kwartalen van daling. De lichte volumestijging is toe te wijzen aan de fors gestegen autoverkopen en het aardgasverbruik dat door het veel koudere weer behoorlijk hoger was dan een jaar geleden. Opvallend is dat de consumptie in de horeca in het tweede kwartaal bleef dalen (5,1 procent), maar minder sterk dan in de voorgaande kwartalen.

Vermogen huishoudens neemt licht toe

Het financieel vermogen van huishoudens – dat zijn de financiële bezittingen min de schulden –  nam voor het vijfde kwartaal op rij toe. Het is nu bijna 20 procent hoger dan een jaar eerder. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2010 bedroeg de stijging echter slechts 0,9 procent. De beperkte stijging is enerzijds het gevolg van gematigde ontwikkelingen op de beurs. Anderzijds spekten huishoudens - zoals gebruikelijk in een tweede kwartaal - hun bankrekening met het ontvangen vakantiegeld. Tegenover de toegenomen bezittingen zijn huishoudens maar op beperkte schaal nieuwe schulden aangegaan. In het tweede kwartaal van 2010 is er voor slechts 7,0 miljard euro aan langlopende leningen afgesloten. Voor het grootste deel ging het om woninghypotheken. De uitstaande langlopende schuld kwam daarmee uit op 717 miljard euro.

Financieel vermogen huishoudens

Financieeel vermogen huishoudens