Lagere opbrengst graan
De hectareopbrenst van vrijwel alle graansoorten pakt in 2010 lager uit dan in 2009. Dit blijkt uit de eerste raming van het CBS van deze opbrengsten.
Minder zomergerst, haver en triticale
De hectareopbrengsten voor zomergerst (-18 procent), haver (-11 procent) en triticale (-19 procent) zijn volgens de raming flink lager dan in 2009. Bij de zomergerst moet ook nog rekening gehouden worden met een belangrijk lager areaal (-28 procent) waarop het gewas verbouwd is. De totale oogst van zomergerst komt hierdoor ongeveer 40 procent lager uit. Wintertarwe, met 134 duizend hectare een belangrijke graansoort, is samen met rogge (2 duizend hectare) een uitzondering. Per hectare is volgens de raming 9,7 ton wintertarwe geoogst tegen 9,6 ton in 2009.
Hectareopbrengsten enkele gewassen, raming 2010
Hectareopbengst maïs 6 procent lager
Bij de teelt van maïs is snijmaïs verreweg het belangrijkste gewas. Naast een kleiner areaal dan in 2009, maar toch circa 230 duizend hectare in 2010, komt de raming van de hectareopbrengst 6 procent lager uit. De opbrengst van korrelmaïs is in de eerste raming zeer laag ingeschat (-30 procent) terwijl ook van dit gewas het areaal (verder) is afgenomen.
Vooral lagere opbrengsten in Overijssel, Gelderland en Flevoland
Per landsdeel bekeken valt op dat Oost-Nederland (Overijssel, Gelderland en Flevoland) relatief veel graanteelt heeft in 2010 met een (soms veel) lagere opbrengst dan in 2009. Noord-Nederland (Groningen, Friesland en Drenthe) heeft relatief veel graanteelt waarvan de opbrengsten meevallen. West- en Zuid-Nederland zitten hier tussen in.
De hectareopbrengst van snijmaïs ligt in Flevoland met 43 ton ongeveer 20 procent lager dan een jaar eerder. In Friesland komt daarentegen ongeveer 13 procent meer snijmaïs van een hectare. Deze grote regionale opbrengstverschillen hangen samen met de grote verschillen in de groeiomstandigheden per regio.
André Meurink
Bron: StatLine