Regeringsdoelstelling bundelingsgebieden in 2000-2007 gehaald
De regeringsdoelstelling uit de Nota Ruimte om de verstedelijking blijvend in bundelingsgebieden te concentreren is in de periode 2000-2007 gehaald. Het totale aandeel woningen in bundelingsgebieden is in deze periode nauwelijks gewijzigd. Er zijn wel regionale verschillen. Zo is de bouw van woningen in Flevoland verder geconcentreerd in bundelingsgebieden, terwijl in Overijssel de concentratie licht afnam.
Sterkste toename bundeling van woningen in Flevoland
Van de woningen in Nederland staat 54 procent in een bundelingsgebied. Dit aandeel is in de periode 2000-2007 niet gewijzigd. Ook binnen de provincies zijn er geen grote veranderingen. Door de relatief hoge woningbouwproductie in Almere nam de bundeling met ruim 3 procentpunt het sterkst toe in Flevoland. Deze stijging vond vooral in de jaren 2000-2005 plaats.
In Zuid-Holland is het aandeel woningen in bundelingsgebieden met 80 procent het grootst. Van de woningen die tussen 2000 en 2008 zijn gebouwd, staat zelfs 83 procent in een bundelinggebied. Ook in de provincies Utrecht en Noord-Brabant is veel in bundelingsgebieden gebouwd. Dat geldt ook voor Noord-Holland, maar daar is de toename van de woningvoorraad relatief kleiner dan de bundeling van de bestaande woningvoorraad.
Aandeel woningen in bundelingsgebieden
Geen verdere bundeling van inwoners in Overijssel en Limburg
De bundeling van inwoners ligt met 52 procent iets lager dan die van de woningvoorraad, maar is tussen 2000 en 2008 eveneens gelijk gebleven. In Flevoland nam de bundeling van inwoners tussen 2000 en 2008 met een stijging van ruim 3 procentpunt het meest toe. In Overijssel groeide het aantal inwoners buiten bundelingsgebieden juist sterker dan het aantal inwoners binnen deze gebieden. In Limburg, waar de bevolking in deze periode kromp, nam de bevolking sterker af binnen het bundelingsgebied dan daarbuiten. In Groningen kromp het aantal inwoners buiten het bundelingsgebied in de jaren 2002-2008.
Bundeling van inwoners versnelt terwijl die van woningen vertraagt
Om de ontwikkeling van de bundeling beter in beeld te krijgen, is ook de bundeling per periode van twee jaar berekend. Hieruit blijkt dat de bundeling van inwoners versnelde van 55 procent in de jaren 2000 en 2001 tot 76 procent in de jaren 2006 en 2007.
Bij de toename van de woningvoorraad is een tegenovergestelde beweging te zien. In de jaren 2000 en 2001 is 58 procent van de toename van de woningvoorraad in bundelingsgebieden gerealiseerd, tegen 53 procent in de jaren 2006 en 2007.
Uitbreiding in bundelingsgebieden als aandeel van de totale uitbreiding
Osman Baydar en Bert Bunschoten
Bron: StatLine, Monitor van de ruimtelijke ontwikkelingen in Nederland 2008