Natuurbeheer geen vetpot voor boeren

In 2009 hadden 5773 landbouwbedrijven een beheersovereenkomst voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Bij dit natuur- en landschapsbeheer gaat het om zaken als weidevogelbeheer, botanisch beheer, beheer van perceelsranden en het onderhoud van houtwallen. Hoewel het weinig inkomsten oplevert, doet maar liefst 8 procent van het totale aantal landbouwbedrijven aan agrarisch natuurbeheer.

Natuurbeheer, 2009

2010-natuur-g1

Vooral bedrijven met veel grasland

Verreweg de meeste landbouwbedrijven die natuur- en landschapsbeheer uitvoeren zijn melkveebedrijven (3113 bedrijven) en overige graasdierbedrijven (1295 bedrijven). Het aandeel van deze bedrijven in het totale aantal melkveebedrijven en overige graasdierbedrijven is met respectievelijk 17 en 11 procent fors te noemen.

Natuurbeheer vaak enige verbredingsactiviteit

Van de 5773 landbouwbedrijven met natuur- en landschapsbeheer is dit bij 3882 bedrijven de enige verbredingstak. De overige 1891 bedrijven hebben gemiddeld 2,5 verbredingsactiviteiten. Relatief vaak gaat natuurbeheer samen met agrotoerisme (656 bedrijven), loonwerk voor derden (584 bedrijven), stalling van dieren of goederen (487 bedrijven) en verkoop van landbouwproducten (459 bedrijven).

Opbrengst verbredingsactiviteit t.o.v. totale bruto bedrijfsopbrengst, 2009
2010-natuur-g2

Weinig opbrengst bij bedrijven met natuurbeheer

Bij 3144 van de 3882 (ofwel 81 procent) bedrijven die alleen natuur- en landschapsbeheer als verbreding hebben, maakt de opbrengst daarvan minder dan 10 procent uit van de totale bedrijfsopbrengsten. In de opbrengstklasse van 10 tot 30 procent zijn 556 bedrijven (14 procent) te vinden. De situatie wordt geheel anders bij de bedrijven die het beheer combineren met andere verbredingsactiviteiten. Deze bedrijven behalen veel hogere opbrengsten met verbreding, dat wil zeggen dat het aandeel van de verbredingsopbrengsten in de totale bedrijfsopbrengsten hoger is.

André Meurink

Bron: StatLine, natuurbeheer