Werk op boerderij blijft gezinswerk
In 2009 werd 73 procent van het werk op familiebedrijven in de land- en tuinbouw gedaan door gezinsarbeidskrachten. Dit was in 2004 nog 77 procent. Ondanks de lichte afname van het gezinswerk, blijven boerderijen echte familiebedrijven. Het aandeel familiebedrijven bleef in de periode 2004-2009 vrijwel ongewijzigd op 95 procent.
Familiebedrijf: 11 procent groter en 3 procent meer arbeid
Het aantal familiebedrijven is van 2004 tot 2009 met 14 procent afgenomen tot 68,8 duizend. Deze bedrijven werden wel flink groter (11 procent). Het aantal arbeidsjaren per bedrijf steeg licht met 3 procent. Overigens nam het aantal niet-familiebedrijven iets toe met 3,5 procent tot 4,1 duizend.
Arbeidsjaren op land- en tuinbouwbedrijven
Minder gezinsarbeid
De gezinsarbeid op de familiebedrijven nam in de jaren 2004-2009 af van 77 procent tot 73 procent. Het aantal familiebedrijven met een meewerkende partner steeg met 21 procent. De gemiddelde hoeveelheid werk verricht door de partners steeg minder, namelijk met 5 procent. Deze toename werd teniet gedaan door het dalende aandeel van meewerkende overige gezinsarbeidskrachten. In de periode van 2004 tot 2009 daalde het gemiddeld aan meewerkende overige gezinsarbeidskrachten met 11 procent.
Aandeel niet-gezinsarbeid en tijdelijk personeel op land- en tuinbouwbedrijven (arbeidsjaren)
Meer vast en meer tijdelijk personeel
De verminderde inzet van de gezinsleden werd gecompenseerd door de inzet van meer vaste medewerkers en van meer tijdelijke arbeidskrachten. Het aantal vaste medewerkers per bedrijf is van 2004 tot 2009 met 5 procent toegenomen. Uitgedrukt in arbeidsjaren was de toename zelfs 11 procent. Een flinke relatieve toename had de inzet van tijdelijke arbeidskrachten op familiebedrijven. Het aantal arbeidsjaren per bedrijf op naam van tijdelijke arbeidskrachten nam in de jaren 2004-2009 met 24 procent toe.
Familiebedrijf blijft
In 2004 was 95 procent van alle land- en tuinbouwbedrijven een familiebedrijf. In 2009 was dit maar iets gedaald tot 94 procent. Bijna driekwart van de arbeid wordt uitgevoerd door gezinsleden. Familiebedrijven maken in de landbouw nog steeds de dienst uit.
Paul Oljans en Wim de Rooij
Bron: StatLine, gezinsarbeidskrachten