Meer dan helft van hoger opgeleiden woont in de stad
In 2008 waren 2,9 miljoen Nederlanders in de leeftijd 15 tot 65 hoger opgeleid. Een groot deel van hen woont in een sterk tot zeer sterk stedelijke gemeente (56 procent). Dit geldt minder vaak voor lager en middelbaar opgeleiden (44 procent). Deze verschillen tussen hoger en middelbaar of lager opgeleiden zijn nauwelijks veranderd in de afgelopen tien jaar.
Vooral jonge hoogopgeleiden in de steden
Vooral hoogopgeleide jongeren wonen vaak in sterk tot zeer sterk stedelijke gemeenten. Dit komt omdat de hogescholen en universiteiten zich hier bevinden. Jongeren gaan er studeren en wonen, en blijven er ook na afronding van de opleiding nog een aantal jaren. Pas nadat ze zijn gaan samenwonen en kinderen krijgen, verlaat een deel van de hoger opgeleiden de stad. In 2008 woonde 65 procent van de 25-34-jarige hoger opgeleiden in sterk tot zeer sterk stedelijke gemeenten. Bij hoger opgeleiden van 35-44 jaar lag dit aandeel tien procent lager.
Hoger opgeleide niet-westerse allochtoon blijft in stad wonen
De niet-westerse allochtonen vormen hierop een uitzondering. Voor alle opleidingsniveaus geldt dat niet-westerse allochtonen veel vaker dan autochtonen in de stad wonen. Daarbij ligt het aandeel hoger opgeleiden dat in sterk tot zeer sterk stedelijke gebieden woont op 78 procent. Ook zijn er nauwelijks verschillen tussen de leeftijdsgroepen. Van de niet-westerse allochtone hoger opgeleiden van 25-34 jaar woonde 80 procent in sterk/zeer stedelijke gemeenten; bij 55-64-jarigen was dit 78 procent. Dit is nauwelijks veranderd ten opzichte van tien jaar geleden.
Aandeel hoger opgeleiden in sterk tot zeer sterk stedelijke gebieden, 2008
Robert de Vries