Industriebeeld: stemming ondernemers industrie verbeterd
De ondernemers waren in oktober minder somber gestemd dan in september. Het producentenvertrouwen steeg van -9,8 naar -7,8. Sinds het dieptepunt in februari toont deze indicator een duidelijk herstel, maar de stemming is nog steeds negatief. De ondernemers in de industrie behaalden in augustus 22 procent minder omzet dan een jaar eerder. De afname is iets minder groot dan in juli. Toen was de omzet 24 procent lager. De lagere omzet in augustus komt voor ruim de helft door lagere afzetprijzen. De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in augustus 8 procent lager dan in augustus 2008. Deze afname is iets kleiner dan die in de voorgaande maanden. De industrie levert al sinds de zomer van 2008 minder productie dan een jaar eerder. In het tweede kwartaal van 2009 is het volume van de bruto toegevoegde waarde van de industrie ten opzichte van hetzelfde kwartaal van 2008 gekrompen met bijna 13 procent. Dat is een iets minder harde terugval dan in het eerste kwartaal, toen het volume van de bruto toegevoegde waarde ruim 14 procent kleiner was.
Productiegroei en producentenvertrouwen
Ondernemers veel minder pessimistisch over orderpositie
Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: het oordeel over de orderpositie, het oordeel over de voorraden gereed product en de verwachte productie in de komende drie maanden.
De ondernemers waren in oktober veel minder pessimistisch over hun orderpositie dan een maand eerder. Het oordeel over de voorraden gereed product verslechterde daarentegen enigszins. Over de verwachte productie waren de ondernemers een fractie minder somber.
Het aantal ondernemers dat aangaf dat de waarde van de orderontvangsten in de afgelopen drie maanden is toegenomen was voor het eerst in ruim een jaar tijd groter dan het aantal dat een afname zag. Over de toekomstige ontwikkeling van de werkgelegenheid in hun branche waren de ondernemers in oktober iets somberder dan in september.
De bezettingsgraad is sinds het dieptepunt in april geleidelijk iets opgekrabbeld, maar was met 77,5 procent in oktober nog steeds buitengewoon laag. Tussen 1989 en 2008 benutte de industrie steeds tussen de 80 en 87 procent van haar productiecapaciteit.
In oktober waren de ondernemers iets somberder over hun concurrentiepositie op de buitenlandse markt dan in juli. Zij waren daarentegen veel optimistischer over de verwachte waarde van de buitenlandse orderontvangst in de komende drie maanden.
Afname omzet in alle branches
Alle branches behaalden in augustus minder omzet dan een jaar eerder. In de transportmiddelenindustrie liep de omzet met ruim 40 procent het sterkst terug. Ook de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie en de basismetaal- en metaalproductenindustrie hadden een bovengemiddelde omzetdaling. De voedings- en genotmiddelenindustrie kende met 4 procent de kleinste afname.
Op de binnenlandse markt was de omzet 19 procent lager dan een jaar eerder en op de buitenlandse markt 24 procent.
Groot productieverlies transportmiddelenindustrie
In de voedings- en genotmiddelenindustrie werd 4 procent meer geproduceerd dan een jaar eerder. In alle overige branches was de productie lager dan in augustus 2008. De terugval was het grootst in de transportmiddelenindustrie, daar werd 39 procent minder geproduceerd.
Krimp bruto toegevoegde waarde industrie minder dan eerste kwartaal
De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal van 2009 met 5,4 procent gekrompen ten opzichte van een jaar eerder. Deze krimp is iets groter dan die in het eerste kwartaal, toen de economie met 4,5 procent kromp. Ten opzichte van een kwartaal eerder kromp de economie met 1,1 procent. Dat is minder dan de kwartaal-op-kwartaal krimp van 2,7 procent in het eerste kwartaal.
In het tweede kwartaal van 2009 vielen de investeringen en de uitvoer van Nederlands product en de wederuitvoer sterk terug. Tegelijkertijd besteedden huishoudens minder. Naast de al zwaar geraakte bedrijfstakken als de industrie, transport en horeca kregen in het tweede kwartaal van 2009 ook de aannemers in de bouw te maken met flink lagere productie. De niet-commerciële dienstverlening bleef gestaag groeien.
Na een terugval van ruim 14 procent in het eerste kwartaal, produceerde de industrie in het tweede kwartaal van 2009 eveneens fors minder. Het volume van de bruto toegevoegde waarde was bijna 13 procent kleiner dan in hetzelfde kwartaal van 2008. Het is de derde opeenvolgende daling van het volume van de bruto toegevoegde waarde. In het vierde kwartaal van 2008 was het volume van de bruto toegevoegde waarde 5,9 procent kleiner, terwijl er in het derde kwartaal nog een lichte groei was van 0,3 procent.