Inkomen huishoudens krimpt licht en vermogen stijgt
Het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens is in het tweede kwartaal van 2009 met 0,7 procent gedaald ten opzichte van het overeenkomstige kwartaal van 2008. De consumptie nam in deze periode af met 2,8 procent. Het vermogen van huishoudens steeg met 9,4 procent ten opzichte van het eerste kwartaal van 2009. Dat kwam vooral door de positieve koersontwikkelingen op de effectenmarkt.
Lichte terugval inkomen
In het tweede kwartaal van 2009 hadden huishoudens reëel 0,7 procent minder te besteden dan in dezelfde periode een jaar eerder. Deze afname was gelijk aan die in het eerste kwartaal. Een belangrijke oorzaak voor de daling was de sterk teruggelopen dividendontvangst (-2,4 miljard euro). De beloning van werknemers, de belangrijkste inkomensbron, nam ondanks een flink banenverlies nog toe met 1,7 miljard euro door eerder gemaakte hogere cao-loonafspraken. Zelfstandigen zagen de inkomsten uit hun productieve activiteiten – het zogenaamde gemengde inkomen – met 5,5 procent teruglopen. Vooral agrariërs werden in de portemonnee geraakt, hun gemengd inkomen nam zelfs met eenderde af. Wanneer de inkomensontwikkeling van huishoudens over een langere periode wordt bekeken, dan valt op dat deze in de laatste vijf kwartalen aanzienlijk gematigder is geweest dan in de vijf kwartalen daarvoor.
Reëel beschikbaar inkomen en consumptie
Sterke krimp consumptie
De reële consumptieontwikkeling van huishoudens bleef met een daling van 2,8 procent fors achter bij de inkomenskrimp. Vooral de uitgaven aan duurzame consumptiegoederen zijn met een krimp van 8 procent sterk afgenomen. Een nog veel grotere terugval is te zien in de aanschaf van personenauto's. In het tweede kwartaal zijn bijna 30 procent minder nieuwe personenauto’s gekocht in vergelijking met een jaar eerder. Daarnaast werd er ook minder besteed in de horeca.
Vermogen huishoudens neemt weer toe
Het financieel vermogen van huishoudens – dat zijn de financiële bezittingen min de schulden – nam voor het eerst sinds het derde kwartaal van 2007 weer toe. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2009 bedroeg de stijging 9,4 procent. Dat kwam doordat huishoudens hun pensioen- en levensverzekeringsaanspraken door zowel de beursontwikkelingen als door extra stortingen van bedrijven met 46,3 miljard euro (oftewel 5,7 procent) zagen oplopen. Ook de waarde van hun aandelen en obligaties nam, vooral als gevolg van de stijgende koersen, met 6,4 miljard euro toe. Terwijl de bezittingen stegen, hebben huishoudens zich in het tweede kwartaal van 2009 nauwelijks dieper in de schulden gestoken. Door de stagnatie op de woningmarkt is er voor slechts 6,0 miljard euro aan woninghypotheken afgesloten. De uitstaande hypotheekschuld kwam daarmee uit op 627 miljard euro.