Industriebeeld: stemming ondernemers iets slechter
De ondernemers in de industrie waren in september iets somberder gestemd. Het producentenvertrouwen kwam uit op -9,8, tegen -9,3 in augustus. De marginale verslechtering volgt op een sterke toename van juli op augustus. Sinds het dieptepunt in februari toont deze indicator een duidelijk herstel, maar de stemming is nog steeds negatief.
De ondernemers in de industrie behaalden in juli 24 procent minder omzet dan een jaar eerder. De afname ligt in dezelfde orde van grootte als die in de eerste zes maanden van dit jaar. De lagere omzet in juli komt voor drie vijfde deel door lagere afzetprijzen. De gemiddelde dagproductie was in juli 10 procent lager dan in juli 2008. De afname is iets kleiner dan die in de voorgaande maanden. De industrie levert al sinds de zomer van 2008 minder productie dan een jaar eerder.
In het tweede kwartaal van 2009 is het volume van de bruto toegevoegde waarde van de industrie ten opzichte van hetzelfde kwartaal van 2008 gekrompen met bijna 13 procent. Dat is een iets minder harde terugval dan in het eerste kwartaal, toen het volume van de bruto toegevoegde waarde ruim 14 procent kleiner was.
Productiegroei en producentenvertrouwen
Ondernemers veel pessimistischer over orderpositie
De ondernemers in de industrie waren in september minder pessimistisch over de verwachte productie dan in augustus. Het oordeel over de voorraden gereed product verbeterde licht. Daarentegen verslechterde het oordeel over de orderpositie aanzienlijk.
De waarde van de orderontvangsten is in de afgelopen drie maanden verder afgenomen. Het aantal ondernemers dat hierover een afname rapporteerde was groter dan een maand eerder. De index orderpositie (de orderportefeuille uitgedrukt in maanden werk) liep met 0,4 procentpunt terug, naar 98,7. Over de toekomstige ontwikkeling van de werkgelegenheid in hun branche waren de ondernemers in september nog even pessimistisch als in augustus.
Omzetverlies breed gedragen
Alle branches behaalden in juli minder omzet. In de transportmiddelenindustrie liep de omzet met ruim 40 procent het meest terug. Ook de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproducten industrie en de basismetaal- en metaalproductenindustrie hadden een grotere omzetdaling dan gemiddeld in de industrie. De voedings- en genotmiddelenindustrie kende met 6 procent de kleinste afname.
De afname van de omzet op de buitenlandse markt was met 28 procent een stuk groter dan de 19 procent op de binnenlandse markt.
Productie in iedere branche kleiner
In alle branches was de productie lager dan in juli 2008. In de voedings- en genotmiddelenindustrie was de afname met 2 procent het kleinst. De terugval was het grootst in de transportmiddelenindustrie, daar werd 35 procent minder geproduceerd dan een jaar eerder.
Krimp bruto toegevoegde waarde industrie minder dan eerste kwartaal
De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal van 2009 met 5,4 procent gekrompen ten opzichte van een jaar eerder. Deze krimp is zelfs nog iets groter dan die in het eerste kwartaal, toen de economie 4,5 procent kleiner was dan het eerste kwartaal van 2008. Ten opzichte van aan kwartaal eerder kromp de economie met 1,1 procent. Dat is minder dan de kwartaal-op-kwartaal krimp van 2,7 procent in het eerste kwartaal.
In het tweede kwartaal van 2009 vielen de investeringen en de uitvoer van Nederlands product en de wederuitvoer sterk terug. Tegelijkertijd besteedden huishoudens minder. Naast de al zwaar geraakte bedrijfstakken als de industrie, transport en horeca kregen in het tweede kwartaal van 2009 ook de aannemers in de bouw te maken met flink lagere productie. De niet-commerciële dienstverlening bleef gestaag groeien.
Na een terugval van ruim 14 procent in het eerste kwartaal, produceerde de industrie in het tweede kwartaal van 2009 eveneens fors minder. Het volume van de bruto toegevoegde waarde was bijna 13 procent kleiner dan in hetzelfde kwartaal van 2008. Het is de derde opeenvolgende daling van het volume van de bruto toegevoegde waarde. In het vierde kwartaal van 2008 was het volume van de bruto toegevoegde waarde 5,9 procent kleiner, terwijl er in het derde kwartaal nog een lichte groei was van 0,3 procent.