Droge natuur ligt niet stil

In 2006 had Nederland bijna 85 duizend hectare aan open droog natuurlijk terrein. Dit wordt gevormd door stuifzanden, duinen, strand en heide. Tussen 1996 en 2006 is de oppervlakte aan droge natuur vrijwel gelijk gebleven: per saldo is er 200 hectare verdwenen.

Meeste droge natuur langs de kustlijn

In 2006 besloeg open droog natuurlijk terrein 2,5 procent van het Nederlandse landoppervlak. Een groot deel ervan lag langs de kustlijn en werd gevormd door de duinen en het strand, op zowel het vasteland als de Waddeneilanden. De provincies Noord-Holland en Friesland, beide met een lange kustlijn, hadden in 2006 meer dan 4 procent van hun landoppervlak als droge natuur. In provincies die niet aan zee grenzen waren de belangrijkste vormen van open droog natuurlijk terrein de stuifzanden op de Veluwe in Gelderland en de heide op veengrond in Drenthe.

Aandeel van droge natuur in landoppervlak per provincie, 2006

Aandeel van droge natuur per provincie, 2006

Veel veranderingen in bodemgebruik

Hoewel hun totale oppervlakte vrijwel gelijk is gebleven, laten de gebieden met droge natuur veel veranderingen in bodemgebruik zien. Tussen 1996 en 2006 is ruim 8 300 hectare droge natuur overgegaan in een andere vorm van grondgebruik en is er bijna 8 100 hectare aan nieuwe droge natuur bijgekomen.

Oppervlakte aan de kust bleef gelijk

In de provincies met een kustlijn zijn de zandgebieden sterk verschoven. Verschuivingen van de kustlijn van de Noordzee en de Waddenzee maakten het strand op enkele plaatsen breder en op andere weer smaller. Per saldo veranderde de oppervlakte aan strand en duinen daardoor niet. Wel waren er veel lokale veranderingen in het bodemgebruik: in Noord-Holland, Friesland, Groningen en Zeeland is de oppervlakte aan droge natuur toegenomen ten koste van de zee.

Afname en toename van droge natuur in hectares per provincie, 1996-2006

Afname en toename van droge natuur, 1996-2006

Open velden groeiden dicht

In provincies zonder kustlijn waren er veel verschuivingen in de open velden. Dit gold voor zowel de stuifzanden als de heidevelden. Van de open velden in 1996 was 3 600 hectare in 2006 dichtgegroeid met bos. Dat natuurlijke proces werd versneld door relatief grote hoeveelheden stikstof in de lucht, afkomstig van verkeer en landbouw.

In Drenthe is er tussen 1996 en 2006 bijna 800 hectare heide of stuifzand verdwenen, maar is er ook 630 hectare aan open velden bijgekomen. Per saldo nam de oppervlakte aan droge natuur daardoor met maar 2 procent af. Op de Veluwe in Gelderland was de afname groter. Hier is 1 660 hectare aan droge natuur verdwenen en 916 hectare nieuw gevormd. Dit is een netto afname van 744 hectare, ofwel 4 procent van het totaal van ruim 19 duizend hectare aan droge natuur in deze provincie.

Nieuwe droge natuur door kappen van bomen

In het binnenland is nieuwe open droge natuur voornamelijk gewonnen op voormalig bos door het kappen van bomen. Aanvullend konden er dan grazers als schapen, runderen of paarden worden uitgezet. De 2 100 hectare die op deze manier nieuw is gevormd, is deels herstel van voormalige stuifzanden en heidevelden.

Verder is voormalig landbouwterrein omgevormd tot droge natuur (800 hectare), en is natte natuur drooggevallen (600 hectare). Het droogvallen van natte natuur is de voornaamste reden voor de toename van droge natuur in Flevoland. Een enkele keer is een nieuw droog natuurgebied aangelegd op voormalig bouwterrein (200 hectare).

Chantal Melser

Bron: