Industriebeeld: producentenvertrouwen onverminderd laag
De ondernemers waren in juli vrijwel even somber als een maand eerder. Het producentenvertrouwen kwam uit op -14,8, tegen -15,0 in juni. Hoewel de stemming na het dieptepunt in februari dit jaar geleidelijk verbeterde, is deze nog altijd zeer negatief.
De industrie behaalde in mei 27 procent minder omzet dan een jaar eerder. Deze afname is in lijn met die in de eerste vier maanden van dit jaar.
De gemiddelde dagproductie was in mei 13 procent lager dan in mei 2008. De afname ligt in dezelfde orde van grootte als die in de vijf voorgaande maanden. De industrie levert al sinds de zomer van 2008 minder productie dan een jaar eerder.
In het eerste kwartaal van 2009 is het volume van de bruto toegevoegde waarde van de industrie ten opzichte van hetzelfde kwartaal van 2008 gekrompen met 14,1 procent.
Productiegroei en producentenvertrouwen
Ondernemers pessimistischer over toekomstige productie
Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel van de ondernemers over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie.
De ondernemers waren pessimistischer over de verwachte productie dan in juni. Het aantal ondernemers dat een afname van de productie verwachtte was duidelijk groter dan het aantal dat een toename voorzag. Het oordeel over de voorraden gereed product verbeterde opnieuw, maar over de orderpositie bleven de ondernemers onverminderd somber.
Het aantal ondernemers dat aangaf dat de waarde van de orderontvangsten in de afgelopen drie maanden is afgenomen was nog steeds groter dan het aantal dat een toename zag. De index orderpositie (de orderportefeuille uitgedrukt in maanden werk) liep terug, van 101,4 in juni naar 98,4 in juli.
De industrie benutte in juli 76 procent van haar productiecapaciteit. Dit is een fractie meer dan in april dit jaar, toen de bezettingsgraad op ruim 74 procent bleef steken. De bezettingsgraad blijft echter uitzonderlijk laag. Vier van de tien ondernemers gaven aan dat de productie stagneerde als gevolg van onvoldoende vraag. Bijna de helft van de ondernemers ondervond naar eigen zeggen in juli geen belemmeringen bij de productie.
Lage omzet breed gedragen
De lagere omzet in mei komt voor bijna de helft door lagere afzetprijzen. Het aantal werkdagen was gelijk aan dat in mei 2008.
Alle branches behaalden in mei minder omzet. In de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie liep de omzet het meest terug, met 39 procent. Deze branche kende de grootste daling van de afzetprijzen vergeleken met een jaar eerder. In de transportmiddelenindustrie en in de basismetaal- en metaalproductenindustrie was de omzet 35 procent lager. De voedings- en genotmiddelenindustrie kende met 9 procent de kleinste afname.
De afname van de omzet op de exportmarkt was in mei iets groter dan de teruggang op de binnenlandse markt, met 29 tegen 25 procent. Al bijna anderhalf jaar is de omzetontwikkeling in eigen land minder ongunstig dan op de exportmarkt.
Productie onveranderd laag
In alle branches was de productie lager dan in mei 2008. In de voedings- en genotmiddelenindustrie was de afname het kleinst, met 2 procent. De terugval was het grootst in de transportmiddelenindustrie, daar werd 38 procent minder geproduceerd dan een jaar eerder.
Uitzonderlijk sterke terugval bruto toegevoegde waarde industrie
De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2009 met 4,5 procent gekrompen. Het is de grootste krimp van de Nederlandse economie in meer dan zestig jaar. De terugval is aanzienlijk groter dan die in de laatste kwartalen van 2008. Toen raakte de Nederlandse economie in recessie.
Vooral de export en de investeringen liepen heel fors terug. Voor het eerst in vier jaar was ook de consumptie van huishoudens lager. De overheidsbestedingen namen nog wel toe. Dit was de enige bestedingscategorie met een toename.
De industrie produceerde in het eerste kwartaal van 2009 fors minder. Het volume van de bruto toegevoegde waarde was 14,1 procent kleiner dan in hetzelfde kwartaal van 2008. Het is de tweede opeenvolgende daling van het volume van de bruto toegevoegde waarde. In het vierde kwartaal van 2008 daalde het volume van de bruto toegevoegde waarde met 5,9 procent, terwijl er in het derde kwartaal nog een lichte groei was van 0,3 procent.