Meer zorg voor ouderen met een lage sociaaleconomische status
Hoe lager het inkomen of de opleiding is, hoe meer 50-plussers gebruik maken van zorg zonder verblijf, voorheen thuiszorg genoemd. Dit verschil geldt ook voor ziekenhuisopnamen, maar minder sterk.
Lager inkomen, meer zorg zonder verblijf
Ouderen (50 jaar of ouder) met een lager inkomen maken meer gebruik van AWBZ-gefinancierde zorg zonder verblijf dan ouderen met een hoger inkomen. Bij vrouwen is dit verschil groter dan bij mannen. Ongeveer 28 procent van de vrouwelijke 50-plussers uit de laagste inkomensklasse maakte in 2004-2006 gebruik van zorg zonder verblijf. Bij de oudere vrouwen in de hoogste inkomensklasse lag dat aandeel slechts opp 4 procent. Bij de mannen van 50 jaar of ouder varieerde dit van 14 procent bij de laagste inkomens tot 2 procent bij de hoogste inkomens.
50-plussers met zorg zonder verblijf naar inkomen, 2004/2006
Naar opleidingsniveau verschil minder groot
Tussen hoog- en laagopgeleiden is het verschil wat minder groot dan bij de hoogste en laagste inkomensklassen. Van de laag opgeleide 50-plussers had 20 procent zorg zonder verblijf in 2004/2006 tegenover 4 procent van de hoog opgeleide ouderen.
50-plussers met zorg zonder verblijf naar opleidingsniveau, 2004/2006
Zorg zonder verblijf bestaat uit drie vormen, namelijk huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging en verpleging. Voor deze vormen afzonderlijk geldt ook dat ouderen met een lage status hier meer gebruik van maken dan ouderen met een hogere status.
Kleinere verschillen bij ziekenhuisopnamen
De verschillen in ziekenhuisopnamen naar inkomen en opleiding van de 50-plussers zijn minder groot. Bovendien zijn deze verschillen juist bij mannen groter dan bij vrouwen. Van de mannelijke 50-plussers uit de laagste inkomensklasse is 22 procent minimaal een keer per jaar opgenomen geweest, tegenover 12 procent van de mannen met de hoogste inkomens. Bij de vrouwen van 50 jaar of ouder lagen deze aandelen op respectievelijk 18 en 12 procent.
50-plussers met een ziekenhuisopname naar inkomen, 2004/2006
Marleen Wingen