Industriebeeld: ondernemers industrie even somber
Ondernemers in de industrie waren in mei even pessimistisch als een maand eerder. Het producentenvertrouwen was met -17,3 nagenoeg onveranderd. In de voorgaande twee maanden was het vertrouwen van producenten iets opgekrabbeld.
De ondernemers in de industrie behaalden in maart 20 procent minder omzet dan een jaar eerder. In het buitenland werd 23 procent minder omgezet, op de binnenlandse markt 15 procent. Eerder dit jaar, in januari en februari, was de omzet respectievelijk 25 en 27 procent lager. De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in maart bijna 12 procent lager dan een jaar eerder. De afname van de productie bedraagt nu al vier maanden op rij zo’n 12 à 13 procent. Deze afname gaat hand in hand met een sterke teruggang van de bezettingsgraad en van de export.
In het eerste kwartaal van 2009 is het volume van de bruto toegevoegde waarde van de industrie ten opzichte van hetzelfde kwartaal van 2008 gekrompen met 14,0 procent.
Productiegroei en producentenvertrouwen
Ondernemers iets minder somber over voorraden product
Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel van de ondernemers over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie.
De ondernemers in de industrie waren in mei iets somberder over de verwachte productie dan een maand eerder. Het aantal ondernemers dat een afname van de productie verwachtte was in vergelijking met april iets groter dan het aantal dat een toename voorzag. Over de voorraden gereed product waren de ondernemers wat minder somber. Het oordeel over de orderpositie bleef onverminderd slecht.
Over de toekomstige ontwikkeling van de werkgelegenheid in hun branche waren de ondernemers even pessimistisch als in april. De waarde van de orderontvangsten in de afgelopen drie maanden nam verder af. De index orderpositie (de orderportefeuille uitgedrukt in maanden werk) daalde van 102,0 in april tot 100,7 in mei.
Flinke omzet afname
De afname van de omzet in maart is voor ruim de helft toe te schrijven aan lagere afzetprijzen. Daarnaast telde maart in 2009 twee werkdagen meer dan in 2008. Het positieve effect hiervan op de omzetontwikkeling wordt geraamd op ruim 4 procent.
Alle branches behaalden minder omzet dan in maart 2008. De aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie kende met 34 procent de grootste teruggang van de omzet. Deze afname is voor het grootste deel toe te schrijven aan lagere afzetprijzen. In de basismetaal- en metaalproductenindustrie en de transportmiddelenindustrie was de omzetdaling ook groter dan gemiddeld. De voedings- en genotmiddelenindustrie deed het met 5 procent minder omzet relatief het beste.
Lagere productie breed gedragen
In maart werd in alle branches minder geproduceerd dan een jaar eerder. De voedings- en genotmiddelenindustrie deed het relatief het beste met 4 procent minder productie. De transportmiddelenindustrie kende de grootste afname met een 31 procent lagere productie.
Uitzonderlijk sterke terugval bruto toegevoegde waarde industrie
In het eerstekwartaal van 2009 was het volume van de bruto toegevoegde waarde (basisprijzen) van de Nederlandse industrie 14,0 procent kleiner dan dat van het overeenkomstige kwartaal van 2008.
De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2009 gekrompen met 4,5 procent. Dit is de grootste krimp van de Nederlandse economie na de Tweede Wereldoorlog. Vooral de export en de investeringen liepen heel fors terug. Voor het eerst in jaren was ook de consumptie van huishoudens lager. De overheidsbestedingen namen nog wel toe. Het aantal banen was bijna 30 duizend hoger dan een jaar geleden, maar lager dan in het vierde kwartaal.