Onderzoek van de Centrale Commissie voor de Statistiek, gedaan in Amsterdam, Dordrecht, Rotterdam en in een aantal plattelandsgemeenten in 1900, leerde dat de vruchtbaarheid in financieel zwakke buurten (grondslag: de huurwaarde van de woning) groter was dan in de rijkere buurten. Tegelijkertijd werd geconstateerd dat in de armste buurten ook de (zuigelingen- en kinder)sterfte hoger was dan in de rijkste buurten.