Groei industriële productie blijft achter
De groei van de industriële productie in Nederland blijft in 2008 duidelijk achter bij die in 2006 en 2007. Voor 2008 zijn de cijfers tot en met september bekend. De laatste jaren blijft de groei van de industriële productie ook achter bij die in andere landen in de eurozone. De Nederlandse economische groei lag daarentegen vrijwel voortdurend boven het gemiddelde van de eurozone.
Gemiddelde dagproductie industrie
Aandeel industrie in Nederlandse economie loopt terug
De Nederlandse economie is de laatste decennia steeds verder veranderd van een goedereneconomie in een diensteneconomie. Het belang van goederenproducenten is geleidelijk minder groot geworden. Eind jaren zestig kwam de toegevoegde waarde van de industrie nog overeen met bijna een kwart van de waarde van het bruto binnenlands product (bbp). Daarna is het belang van de industrie gestaag teruggelopen. In 2007 vormde de door de industrie gevormde toegevoegde waarde nog maar een achtste deel van de omvang van het bbp. Ook het aandeel van de landbouw en visserij en de bouwnijverheid in de economie werd geleidelijk kleiner. Bij de aanbieders van diensten is vooral de opmars van financiële en zakelijke dienstverleners opvallend. De bijdrage van de toegevoegde waarde van deze branche aan het bbp is ten opzichte van het eind van de jaren zestig meer dan verdubbeld, van 11 naar 25 procent. Bij het veranderen van de aandelen hebben zowel prijs- als volumeontwikkelingen een rol gespeeld.
Aandeel toegevoegde waarde industrie in het bbp
Metaal heeft grootste aandeel in toegevoegde waarde industrie
De door de industrie gevormde toegevoegde waarde kwam in 2007 uit op 69 miljard euro. De metaal-, elektrotechnische en transportmiddelenindustrie had daarin met 32 procent het grootste aandeel, gevolgd door de aardolie-, chemische-, rubber- en kunststofverwerkende industrie en de voedings- en genotmiddelenindustrie. Deze drie sectoren samen vormden driekwart van de toegevoegde waarde. Met een aandeel van minder dan 2 procent was de bijdrage van de textiel-, kleding- en lederindustrie het meest bescheiden.