Industriebeeld: stemming producenten slaat om
De stemming onder de ondernemers in de industrie is in september omgeslagen. Het producentenvertrouwen daalde ten opzichte van augustus fors, van 4,9 tot -0,5. Dit is de grootste maandelijkse afname sinds 1985, toen het producentenvertrouwen voor het eerst werd berekend. Het vertrouwen ligt op het laagste niveau sinds medio 2005.
De industrie behaalde in juli 12 procent meer omzet dan in juli vorig jaar. De omzettoename valt, net als in de twee voorgaande maanden, geheel toe te schrijven aan hogere afzetprijzen. Daarnaast had juli dit jaar een werkdag meer dan in 2007. De gemiddelde dagproductie was in juli bijna 3 procent kleiner dan in juli 2007. In juni was de toename van de productie ruim 1 procent groter.
De juliresultaten van de omzet en de productie kennen in de regel meer onzekerheid dan de uitkomsten van andere maanden. Dit heeft met name te maken met verschuivende vakantiepatronen. Voor het trekken van definitieve conclusies over de omzet- en productieontwikkeling moeten de augustuscijfers worden afgewacht.
In het tweede kwartaal van 2008 kwam de groei van het volume van de bruto toegevoegde waarde ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder uit op 1,9 procent.
Productiegroei en producentenvertrouwen
Ondernemers beduidend negatiever over toekomstige productie
Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel van de ondernemers over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie.
De ondernemers in de industrie waren in september zeer pessimistisch over de verwachte productie, terwijl ze in augustus nog zeer optimistisch waren. Het oordeel over de orderpositie was minder positief dan een maand eerder. De mening over de voorraden gereed product veranderde niet en bleef positief.
Het aantal ondernemers dat aangaf dat de orderontvangsten zijn afgenomen was in september duidelijk groter dan het aantal dat een toename zag. De index orderpositie (de orderportefeuille uitgedrukt in maanden werk) nam iets af. Met 114,5 blijft de index echter hoog.
Meer omzet door hogere afzetprijzen
De omzettoename in juli valt net als in juni geheel toe te schrijven aan de hogere afzetprijzen. Binnen de industrie is het beeld van de omzetontwikkeling wisselend. Dit hangt nauw samen met de omvang van de prijsstijging in de onderscheiden branches. De aardolie-, chemische, rubber- en kunststofindustrie boekte in juli met bijna een kwart meer de grootste omzettoename. De voedings- en genotmiddelenindustrie en de metaalindustrie behaalden ruim 7 procent meer omzet dan in dezelfde maand van 2007. De textiel, kleding- en lederindustrie daarentegen leed 13 procent omzetverlies. Het aandeel van deze bedrijfsklasse in de industrie is echter heel bescheiden.
Op de binnenlandse markt behaalde de industrie in juli 13 procent meer omzet, terwijl de omzet op de exportmarkt bijna 11 procent hoger was dan een jaar eerder. Zowel op de binnenlandse als op de buitenlandse markt was de toename bij de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofindustrie het grootst.
Productie fors lager
De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in juli bijna 3 procent lager dan een jaar eerder. De productie was daarmee aanzienlijk lager dan in de eerste zes maanden van dit jaar toen de productie nog met gemiddeld 1 procent toenam. In alle branches van de industrie werd minder geproduceerd dan in juli 2007.
Groei bruto toegevoegde waarde industrie neemt toe
In het tweedekwartaal van 2008 was het volume van de bruto toegevoegde waarde (basisprijzen) van de industrie 1,9 procent groter dan dat van het overeenkomstige kwartaal van 2007. In het eerste kwartaal van 2008 groeide het volume van de bruto toegevoegde waarde van de Nederlandse industrie nog met 1,5 procent. Over heel 2007 kwam de groei van het volume van de bruto toegevoegde waarde in de industrie uit op 3,2 procent.
De Nederlandse economie groeide in het tweede kwartaal van 2008 met 3,0 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. De economische groei is in het tweede kwartaal van 2008 lager dan gemiddeld in 2007. Zowel de uitvoer als de overheidsconsumptie groeide minder snel. De investeringsgroei trok echter sterk aan. Afgezien van aardgas en de bouw was de productiegroei in alle bedrijfstakken minder dan in 2007. In het eerste kwartaal van 2008 groeide de Nederlandse economie nog met 3,3 procent.