Industriebeeld: producentenvertrouwen verbeterd
De stemming onder de ondernemers in de industrie is voor de tweede achtereenvolgende maand verbeterd. Het producentenvertrouwen kwam in juni uit op 5,3, tegen 3,7 in mei. De stemming onder de ondernemers is positief, maar wel minder uitbundig dan begin dit jaar.
De industrie behaalde in april 14 procent meer omzet dan in april 2007. In maart was de omzet 3 procent hoger dan een jaar eerder. De omzet in april werd gerealiseerd met twee werkdagen meer, terwijl maart in 2008 juist twee werkdagen minder telde dan in 2007.
In het eerste kwartaal van 2008 kwam de groei van het volume van de bruto toegevoegde waarde ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder uit op 0,2 procent.
Productiegroei en producentenvertrouwen
Ondernemers positiever gestemd
Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel van de ondernemers over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie.
De ondernemers waren in juni duidelijk optimistischer over de toekomstige productie dan in mei. Hun oordeel over de orderpositie verslechterde daarentegen iets. Over de voorraad gereed product is hun mening niet veranderd.
Het aantal ondernemers dat aangaf dat de orderontvangsten zijn toegenomen was in juni iets groter dan het aantal dat een afname zag. Toch beoordeelden de ondernemers hun orderontvangsten minder positief dan in mei. De index orderpositie (de orderportefeuille uitgedrukt in maanden werk) liep licht op, naar 117,1.
Branchegegevens over het producentenvertrouwen in de industrie zijn opgenomen in de Industriemonitor op de CBS-website.
Omzet beduidend hoger
De omzettoename van april is voor ruim de helft toe te schrijven aan de hoge afzetprijzen. Vooral de aardolie- en chemische industrie en de voedings- en genotmiddelenindustrie hadden te maken met duurdere grondstoffen, die in de prijs van de eindproducten werden doorberekend. Daarnaast is de omzetgroei van april beïnvloed door het positieve effect van het andere werkdag- en feestdagpatroon. Dit seizoeneffect wordt door het CBS geraamd op ongeveer 5 procent.
De voedingsmiddelenindustrie realiseerde met 20 procent de grootste omzettoename. De aardolie- en chemische en rubberindustrie en de metaalindustrie boekten in april 14 procent meer omzet dan een jaar eerder. De omzet van de textielindustrie was vrijwel gelijk aan die van april 2007, nadat deze branche vijf maanden op rij omzetverlies had geleden.
De omzetgroei van de industrie was op de binnenlandse en de buitenlandse markt vrijwel even groot.
Industrie produceert iets meer
De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in april 0,4 procent groter dan in april 2007. In maart was de productie nog 0,4 procent kleiner dan een jaar eerder.
Zowel de metaalindustrie, de aardolie-, chemische en rubberindustrie als de hout- en bouwmaterialenindustrie produceerden meer dan een jaar eerder. Daarentegen leverden de textielindustrie, de voedings- en genotmiddelenindustrie en de papier- en grafische industrie minder productie dan in april 2007.
Groei bruto toegevoegde waarde industrie neemt verder af
In het eerstekwartaal van 2008 was het volume van de bruto toegevoegde waarde (basisprijzen) van de industrie 0,2 procent groter dan dat van het overeenkomstige kwartaal van 2007. Daarmee is de industrie nauwelijks gegroeid. In het vierde kwartaal van 2007 groeide het volume van de bruto toegevoegde waarde van de Nederlandse industrie nog met 1,0 procent. In heel 2007 kwam de groei van het volume van de bruto toegevoegde waarde in de industrie uit op 2,5 procent.
De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2008 met 3,1 procent gegroeid ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. In het vierde kwartaal van 2007 groeide de Nederlandse economie nog met 4,5 procent, de hoogste groei in meer dan zeven jaar. Evenals in het vierde kwartaal van 2007 leverde de delfstoffenwinning in het eerste kwartaal van 2008 een belangrijke bijdrage aan de economische groei. Zowel in het binnenland als in het buitenland werd veel meer aardgas afgezet. Ook de bouwproductie groeide met 6,1 procent fors. De bouw profiteerde van flink hogere investeringen in bedrijfsgebouwen. Voor de transportsector en de groothandel waren er hoge groeicijfers. Binnen de commerciële dienstverlening nam de groei van de uitzendbranche sterk af. In 2007 groeide de Nederlandse economie met 3,5 procent. Sinds de eeuwwisseling groeide de Nederlandse economie nooit zo sterk als in 2007.