Benutting van elektrisch vermogen van biogasinstallaties op landbouwbedrijven in 2006

Biogasinstallaties op landbouwbedrijven zijn een nieuwe en groeiende vorm van duurzame energie. Het elektrisch vermogen groeide van 5 MW eind 2005 naar 18 MW eind 2006. De elektriciteitsproductie groeide van 9 GWh in 2006 naar 55 GWh in 2006. Via het delen van de elektriciteitsproductie op bovenstaande vermogens kan een indruk gekregen worden van de benutting van het vermogen. Deze methode is echter niet heel precies, omdat er gedurende het jaar veel installaties zijn bijgekomen. Doel van dit artikel is om een wat preciezer beeld te geven van de benutting van het elektrisch vermogen na de opstartfase.

De gegevens over biogasinstallaties op landbouwbedrijven zijn afkomstig uit bestanden uit de administratie van CertiQ. Deze bestanden bevatten het vermogen en maandelijkse gegevens over de elektriciteitsproductie. Uit deze bestanden zijn alle landbouwbedrijven geselecteerd met een installatie die in werking is vanaf oktober 2005 en die een vermogen heeft van groter dan 100 kW. Deze selectie is gemaakt om kleine experimentele installaties en eventuele opstartproblemen in de eerste twee maanden uit te sluiten. De selectie betreft negen landbouwbedrijven.

Gemiddeld genomen werd door deze negen bedrijven 64 procent van de het elektrisch vermogen benut. Vaak wordt de benutting van het elektrisch vermogen uitgedrukt in het aantal vollasturen. Dit is het aantal uren per jaar dat de installatie op vol vermogen zouden moeten draaien om de gerealiseerde productie te halen. Het gemiddeld aantal vollasturen was 5 600.

Meer informatie over de duurzame energie uit biogasinstallaties op landbouwbedrijven is te vinden in Duurzame Energie in Nederland 2006.