Kortetermijnstatistieken over detailhandel en consumptie huishoudens
Het CBS brengt de uitgaven van huishoudens in kaart met de maandstatistiek consumptieve bestedingen. Een deel van deze bestedingen doen consumenten bij de detailhandel. In de maandstatistiek detailhandel volgt het CBS de verkopen van de branches in de detailhandel. Beide statistieken geven dus een beeld van bestedingen door huishoudens, de ene vanuit de koper en de andere vanuit de verkoper. De maandstatistiek detailhandel is ook een belangrijke bron voor de maanstatistiek consumptieve bestedingen. Het is echter niet de enige bron: de consument geeft het merendeel van zijn geld namelijk uit bij andere aanbieders van goederen en diensten. Dit artikel gaat in op beide statistieken en op hun raakvlakken en verschillen.
Verkoopkanalen centraal in maandstatistiek detailhandel
Het CBS vraagt maandelijks een groot deel van de bedrijven in de detailhandel naar hun omzetontwikkeling. De bedrijven zijn gegroepeerd naar branches op grond van hun belangrijkste activiteit. De grenzen tussen de branches zijn de afgelopen jaren minder scherp geworden. Supermarkten verkopen inmiddels ook computers en tabakswinkels verkopen naast tabak ook tijdschriften, krasloten en strippenkaarten. Winkels in de detailhandel worden gerekend tot de foodsector (supermarkten en speciaalzaken als bakkers, slagers en groenteboeren) of de non-foodsector (overige winkels) van de detailhandel. Daarnaast zijn er detaillisten zonder winkel, zoals marktkooplui, internet- en postorderbedrijven.
De maandstatistiek detailhandel meet waar verkocht wordt. Wat de bedrijven precies verkopen en aan wie is bij deze statistiek niet van belang. Het merendeel van de goederen in de detailhandel wordt verkocht aan consumenten. Daarom geeft de omzetontwikkeling in de detailhandel een eerste indicatie van de ontwikkeling van de bestedingen van huishoudens aan goederen. Vanuit de conjunctuurberichtgeving is de verkoop van elektronica, meubels, kleding en schoenen het meest interessant. Deze zogenaamde duurzame goederen zijn immers het meest gevoelig voor conjunctuurbewegingen.
Ruim helft consumptieve bestedingen betreft diensten
De statistiek consumptieve bestedingen door huishoudens dekt een breder terrein dan alleen de bestedingen van consumenten in de detailhandel. Ruim de helft van de consumptieve uitgaven van huishoudens gaat namelijk op aan diensten, zoals huur, telefoon, dokter en tandarts, bus of trein.
Aandeel in binnenlandse consumptieve bestedingen, 2005
Van de bestedingen aan goederen wordt ongeveer driekwart gedaan bij de detailhandel. Veel producten kunnen op meerdere plaatsen gekocht worden. Bloemen bijvoorbeeld bij bloemist, tuincentrum, supermarkt of op de markt. In de statistiek consumptieve bestedingen staan de goederen en diensten centraal, niet de plaats waar zij gekocht worden.
De omzet van de detailhandel is een belangrijke, maar niet de enige informatiebron voor de consumptieve bestedingen van huishoudens aan goederen. Zo loopt de levering van gas en licht via energiebedrijven. De omzet van benzineservicestations en garagebedrijven wordt niet gemeten in de maandstatistiek detailhandel, maar in andere korte termijn statistieken van het CBS. Ook de omzet van apothekers maakt geen deel uit van de maandstatistiek detailhandel.
Consumptie past in Nationale rekeningen
De maandcijfers over de consumptie worden samengesteld volgens de richtlijnen en definities van de Nationale rekeningen. Die geven een systematische en samenhangende beschrijving van de Nederlandse economie. Aan de bestedingenkant van de economie is de consumptie door huishoudens een belangrijke component. Op grond van een breed scala aan informatie worden ramingen van de totale consumptieve
bestedingen door alle huishoudens gemaakt. De eerste ramingen zijn nog gebaseerd op zeer voorlopige informatie, bij latere ramingen wordt telkens meer en betere informatie verwerkt. In tegenstelling tot de uitkomsten van de statistiek detailhandel wordt de consumptie in de Nationale rekeningen systematisch geconfronteerd met de uitkomsten van andere statistieken, onder meer over in- en uitvoer en productie. Op grond hiervan kan de consumptieraming worden aangepast.
Accenten bij berichtgeving
Naast de inhoudelijke verschillen tussen beide statistieken is er ook een verschil in de rapportage over de uitkomsten. Bij de berichtgeving over de branches in de detailhandel ligt de nadruk doorgaans op de waardemutatievan hun omzet. In de berichtgeving over maandcijfers van de consumptieve bestedingen wordt gekozen voor de volumemutatie. Hierbij is de waardemutatie van de consumptieve bestedingen gecorrigeerd voor prijsveranderingen en verschillen in de samenstelling van de koopdagen.
Samenvattend
De statistieken over de omzet van de detailhandel en de consumptieve bestedingen door huishoudens geven allebei een indruk over de bestedingen van huishoudens. De omzetstatistiek doet dat echter vanuit de verkoper, de maandstatistiek consumptieve bestedingen vanuit de koper. Een ander groot verschil is dat de maandstatistiek consumptieve bestedingen alle uitgaven van consumenten meet, terwijl de maandstatistiek detailhandel slechts een deel van de verkopen van bedrijven aan consumenten weergeeft. De consumptieve bestedingen door huishoudens worden daarom geraamd op basis van verschillende bronnen. Een van die bronnen is de maandstatistiek detailhandel. De consumptiecijfers passen in een stelsel waarin de uitkomsten systematisch geconfronteerd worden met die van andere statistieken. Tot slot verschilt de invalshoek die bij berichtgeving over de uitkomsten van beide maandstatistieken gekozen wordt.