Industriebeeld: ondernemers blijven optimistisch
Het producentenvertrouwen in de industrie is in april 2006 uitgekomen op 6,1. De ondernemers zijn positiever over hun orderpositie dan in maart, maar iets minder tevreden over de toekomstige productie en voorraad gereed product. De ondernemers verwachten geen verdere daling van de werkgelegenheid. De bezettingsgraad is licht gestegen.
In februari 2006 heeft de industrie 9 procent meer omgezet dan een jaar eerder. Dat is voor een groot deel het gevolg van hogere afzetprijzen. De productie is voor de derde keer op rij licht toegenomen. In januari-februari 2006 was de productie 0,4 procent groter dan in november-december 2005.
In het vierde kwartaal van 2005 was het volume van de bruto toegevoegde waarde vrijwel gelijk aan dat van hetzelfde kwartaal van het voorgaande jaar.
Ondernemers positiever over hun orderpositie
Het producentenvertrouwen is een stemmingsindicator voor de industrie. Het producentenvertrouwen is in april 0,2 punt hoger dan in maart. Het is de vierde maand op rij dat het producentenvertrouwen toeneemt. Het vertrouwen van de industriële ondernemers heeft de hoogste stand bereikt sinds november 2000. De ondernemers zijn in april nog optimistischer over hun orderpositie dan in maart.
Stabilisatie van de werkgelegenheid verwacht
In de komende drie maanden wil 13 procent van de ondernemers het personeelsbestand reduceren, terwijl 12 procent verwacht de personeelsomvang te vergroten. Daarmee is naar het oordeel van de ondernemers de werkgelegenheid in de industrie nagenoeg gelijk gebleven. Sinds mei 2001 is het percentage ondernemers dat meer personeel wil niet meer zo hoog geweest.
Voor de komende drie maanden verwacht 16 procent van de ondernemers de verkoopprijzen te verhogen, terwijl 8 procent de prijzen verwacht te verlagen.
Bezettingsgraad iets gestegen
De bezettingsgraad van de machines en installaties is in april 82,1 procent. Dit is 0,7 procent hoger dan in januari. Van de ondernemers ondervindt 19 procent belemmeringen bij de productie. Onvoldoende vraag is net als in voorgaande kwartalen de belangrijkste oorzaak. Volgens de ondernemers is hun concurrentiepositie licht verbeterd. Zij verwachten meer omzet te halen in het buitenland.
Meer omzet door hogere afzetprijzen
De omzetstijging in de industrie komt vooral door hogere afzetprijzen. Die stegen gemiddeld met 6 procent. In het binnenland zette de industrie in februari 10 procent meer om dan in februari vorig jaar. De industriële export was 8 procent hoger.
Industriële productie groeit
In de periode januari-februari 2006 is de industriële productie, na correctie voor seizoeninvloeden, met 0,4 procent gestegen ten opzichte van de periode november-december 2005. Het is de derde lichte stijging op rij. De productie van investeringsgoederen lag in de maanden januari-februari 2006 iets hoger dan die in de voorafgaande periode. Daarentegen daalde de productie van zowel grondstoffen en halffabrikaten als die van consumptiegoederen.
Volume bruto toegevoegde waarde kleiner in vierde kwartaal
In het vierde kwartaal van 2005 was het volume van de bruto toegevoegde waarde (basisprijzen) van de industrie nagenoeg gelijk (-0,1 procent) aan dan dat van het overeenkomstige kwartaal van 2004. Over geheel 2005 was het volume van de bruto toegevoegde waarde 0,5 procent kleiner dan in 2004. In dat jaar was het volume van de bruto toegevoegde waarde nog 1,2 procent groter dan in 2003.
De Nederlandse economie is in het vierde kwartaal van 2005 gegroeid. Het bruto binnenlands product was 1,6 procent (BBP) hoger dan een jaar eerder. De groei van het BBP is te danken aan aantrekkende consumptieve bestedingen en een stijgend uitvoeroverschot. Over geheel 2005 groeide de Nederlandse economie met 1,1 procent.