Industriebeeld: ondernemers industrie onveranderd positief
Het producentenvertrouwen in de industrie is in januari 2006 vrijwel onveranderd gebleven en uitgekomen op 3,0.Het vertrouwen is voor de vierde maand op rij relatief hoog. Over hun toekomstige productie en hun voorraadpositie waren de ondernemers beter te spreken dan in de voorafgaande maand, terwijl zij over hun orderpositie minder positief waren. Het aantal ondernemers dat personeel wil inkrimpen, is afgenomen.
In november 2005 heeft de Nederlandse industrie 7 procent meer omgezet dan een jaar eerder. De toename van de omzet is grotendeels het gevolg van hogere afzetprijzen. De productie was vrijwel gelijk aan die in november 2004.
In het derde kwartaal van 2005 was het volume van de bruto toegevoegde waarde gelijk aan dat van hetzelfde kwartaal van het voorgaande jaar.
Ondernemers positiever over toekomstige productie
Het producentenvertrouwen is een stemmingsindicator voor de industrie. Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel van de ondernemers over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie.
De ondernemers zijn in januari optimistischer over hun toekomstige productie. Dit geldt vooral voor de producenten van halffabrikaten. Ook over hun voorraadpositie oordeelden de ondernemers iets positiever. Daarentegen beoordeelden ze hun orderpositie negatiever. Dit geldt met name voor de producenten van consumptiegoederen.
Het aanhoudend positieve producentenvertrouwen in de industrie leidt tot minder plannen om het aantal werknemers te verkleinen. Nog maar 13 procent van de ondernemers wil het aantal personeelsleden verminderen, terwijl 9 procent verwacht de personeelsomvang in de komende drie maanden uit te breiden. Deze cijfers zijn de meest positieve sinds juni 2001.
Het aantal ondernemers dat hogere prijzen verwacht blijft toenemen. In januari verwacht 23 procent van de ondernemers de verkoopprijzen te verhogen, terwijl 11 procent lagere prijzen verwacht. De producenten van investeringsgoederen en halffabrikaten verwachten per saldo hogere prijzen, terwijl de producenten van consumptiegoederen lagere prijzen verwachten.
Hogere omzet vooral door hogere prijzen
De omzetgroei in de industrie is vooral toe te schrijven aan hogere afzetprijzen. De prijzen lagen gemiddeld 5 procent hoger dan een jaar eerder. Op de binnenlandse markt is 6 procent meer omgezet. De omzet op de buitenlandse markt was 8 procent hoger. Van de onderscheiden branches groeide de omzet van de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofindustrie het sterkst.
Productie vrijwel gelijk
In november 2005 was de productie vrijwel gelijk aan die van november 2004. Ook in oktober werd nagenoeg even veel geproduceerd als het jaar ervoor.
Volume bruto toegevoegde waarde gelijk in derde kwartaal
Het volume van de bruto toegevoegde waarde (basisprijzen) van de Nederlandse industrie was in het derde kwartaal vrijwel gelijk aan dat van het overeenkomstige kwartaal van 2004.
De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 gegroeid. Het bruto binnenlands product was 1,3 procent (BBP) hoger dan een jaar eerder. De groei van het BBP is vooral te danken aan meer export en verder aantrekkende investeringen. Ook de consumptie van huishoudens en van de overheid waren hoger dan een jaar eerder.