Onderwijs: een overzicht
(Speciaal)basisonderwijs
Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is in het schooljaar 2004/'05 met 1,5 duizend leerlingen toegenomen tot ruim 1,5 miljoen. Vergeleken met het begin van de jaren negentig zijn er 7 procent meer leerlingen. Van alle leerlingen behoort 15 procent tot een culturele minderheid. Het aantal leerlingen dat in 2004/'05 is aangewezen op speciaal onderwijs is met 1,5 duizend gedaald naar ruim 50 duizend leerlingen ten opzichte van het vorige schooljaar.
Voortgezet onderwijs
In het totaal volgden 938 duizend jongeren in 2004/’05 voortgezet onderwijs. Dit is een toename van 13 duizend leerlingen ten opzichte van het vorige schooljaar. Vooral het aantal zorgleerlingen is duidelijk gestegen. In 2003/’04 bedroeg het aantal geslaagden 164 duizend. Dat is 4 procent meer dan een jaar eerder.
Middelbaar beroepsonderwijs
In 2004/’05 bedroeg het aantal deelnemers in het middelbaar beroepsonderwijs 474 duizend. Dit betekent een daling van 5 duizend leerlingen ten opzichte van het voorgaande schooljaar. In 2003/’04 is het aantal geslaagden in het middelbaar beroepsonderwijs met 7 duizend leerlingen gestegen naar 140 duizend.
Hoger beroepsonderwijs
Evenals in voorgaande jaren nam in 2004/’05 het aantal studenten in het hoger beroepsonderwijs toe. In totaal studeerden toen 346 duizend personen aan een hogeschool. Eén op de drie studenten volgde een opleiding in het economisch onderwijs. Meer dan de helft van alle hbo-studenten is vrouw. Vrouwen studeren gemiddeld op jongere leeftijd af en hebben na vier jaar studie een duidelijk hoger studierendement dan mannen.
Wetenschappelijk onderwijs
Ook het aantal ingeschrevenen in het wetenschappelijk onderwijs blijft stijgen. In het studiejaar 2004/’05 stonden er 199 duizend studenten ingeschreven bij een universiteit. Dat is 5 procent meer dan een jaar eerder. Het aantal eerstejaarsstudenten nam met 5 procent toe. Van het aantal eerstejaars is 52 procent vrouw. In het wetenschappelijk onderwijs behaalden in het studiejaar 2003/’04 ruim 23 duizend studenten hun doctoraalexamen of master. Hiervan was 54 procent vrouw.
Scholen
In 2003/’04 was het aantal door de overheid bekostigde scholen in het primair en secundair onderwijs kleiner dan in het voorgaande schooljaar. In het tertiair onderwijs bleef het aantal universiteiten gelijk en nam het aantal hogescholen met 1 school af. Vooral in de loop van de jaren negentig is het aantal instellingen door fusies en opheffingen voortdurend kleiner geworden.
Onderwijsuitgaven
In 2002 hebben de publieke en private sector samen 24,7 miljard euro aan onderwijs uitgegeven. Hiervan ging 22,7 miljard euro naar de onderwijsinstellingen. Het aandeel van de totale onderwijsuitgaven in het bruto binnenlands product bedroeg 5,5 procent. Per hoofd van de bevolking werd ongeveer 1 500 euro uitgegeven aan onderwijs.
Exploitatieresultaat
In 2002 hebben het door de overheid bekostigde VO, het BVE, het HBO en het WO elk een positief exploitatieresultaat geboekt. De resultaten van het wetenschappelijk onderwijs steken wel mager af bij de andere onderwijssectoren. De belangrijkste inkomstenbron voor de instellingen is de overheid. Lonen, salarissen en sociale lasten vormen de grootste deel van de lasten.