Textiel-, kleding- en lederindustrie
Het beeld in de textiel-, kleding en lederindustrie blijft onveranderd slecht. Ook in maart 2005 was de omzet in deze branche opnieuw lager dan in dezelfde periode een jaar eerder, zowel in eigen land als in het buitenland. De verbruiksprijs en afzetprijs zijn in maart wederom gestegen. De waarde van de orderontvangsten en de gemiddelde dagproductie lieten eenzelfde beeld zien en bieden vooralsnog geen vooruitzicht op verbetering. De afgelopen maanden namen de omzetdalingen wel in omvang af.
Ontwikkeling omzet, orders, prijzen en productie
(maart 2005 t.o.v. maart 2004)
Omzet weer gedaaldIn maart dit jaar was de omzet van de totale branche ruim 5 procent lager dan in maart 2004. Omdat de omzetten in februari en januari dit jaar ook al lager lagen dan in de vergelijkbare maanden vorig jaar, werd het kwartaal afgesloten met omzetdaling van bijna 7 procent. De verliezen in eigen land en buitenland waren overeenkomstig.
Binnen de diverse onderdelen van de totale branche zien we echter verschillen. De omzetdaling was het hoogst in de leder- en schoenenindustrie, waar de omzet in maart van dit jaar 14 procent lager lag dan in dezelfde periode vorig jaar. Op de exportmarkt lag de omzet van de lederindustrie zelfs 30 procent lager. Het eerste kwartaal werd minder dramatisch afgesloten. Na correctie voor prijsveranderingen en verschillen in aantallen werkdagen bleek dat het omzetvolume in de leder- en schoenenindustrie bijna 5 procent lager lag en uitsluitend het resultaat was van een vermindering van het omzetvolume in het buitenland.
In de kledingindustrie was de omzetdaling in maart met bijna 9 procent minder hoog. Ook daar waren de verliezen op de buitenlandse markt net zoals in de lederindustrie, fors hoger dan in eigen land. Op de exportmarkt bedroeg de omzetdaling 19 procent tegen 3 procent in eigen land. Na correctie voor werkdag- en prijseffecten resteerde in eigen land voor de kledingindustrie in maart zelfs een volume van de gemiddelde dagomzet dat licht in de plus zat. Door fors lagere omzetten in februari en januari dit jaar werd het kwartaal minder gunstig afgesloten. Het omzetvolume per werkdag lag in deze periode bijna 13 procent lager dan in het eerste kwartaal van 2004.
Met de vervaardiging van textiel ging het het minst slecht. Daar bedroeg de omzetdaling in maart 4 procent ten opzichte van maart 2004. Na verrekening van werkdag- en prijseffecten nam het gemiddelde omzetvolume per dag in maart af met ruim 1 procent. In het buitenland was er zelfs een toename van het volume van de gemiddelde dagomzet van 2,5 procent tegen een daling van ruim 7 procent in eigen land. Door hogere omzetdalingen in februari en januari dit jaar liep de daling van het omzetvolume tijdens het eerste kwartaal op tot 6 procent.
Lagere orderontvangsten
De waarde van de orderontvangsten van de totale branche lag in maart bijna 9 procent lager dan in maart 2004. Dit was het gevolg van een daling van de waarde van orders uit eigen land met 20 procent. De waarde van de orders uit het buitenland is in maart iets toegenomen dankzij opdrachten voor vervaardiging van textiel en kleding. De orders voor vervaardiging van leer en leerproducten uit het buitenland namen met 18 procent af tegen een afname van 27 procent in eigen land.Op kwartaalbasis beschouwd vertonen de orderontvangsten een overeenkomstig beeld met het minst gunstige perspectief voor de leder- en schoenenindustrie.
Verbruiksprijzen textiel- en lederindustrie hoger
In de textielindustrie lag de verbruiksprijs in maart van dit jaar 4,5 procent boven het niveau van maart 2004. Dit werd slechts ten dele doorberekend in de afzetprijzen die in deze periode ruim 1,5 procent hoger lagen. Hierdoor staan de marges in deze branche onder druk. In het eerste kwartaal van 2005 waren er vergelijkbare verschillen in de ontwikkeling tussen de verbruiksprijs en de afzetprijs.
Ook voor de productie van leer en schoenen lag de verbruiksprijs in maart van dit jaar 4,5 procent hoger dan in maart 2004. In de lederindustrie had dat zijn effect op de afzetprijs die in deze periode ook dik 4 procent hoger lag. In eigen land betaalden afnemers zelfs bijna 5 procent meer tegen een krappe 3 procent in het buitenland. In januari en februari werden de hogere kosten in mindere mate doorberekend aan afnemers waardoor de prijsverhoging tijdens het eerste kwartaal op 3 procent uitkwam.
In de kledingindustrie zat weinig beweging in de prijzen zowel in maart als de daaraan voorafgaande maanden van dit jaar. De verbruiksprijzen stegen licht met ruim 1 procent terwijl de afzetprijzen nagenoeg gelijk bleven.