Aantal zelfdodingen in 2014 niet verder gestegen

© ANP

In 2014 hebben 1 835 inwoners van Nederland een einde aan hun leven gemaakt, gemiddeld vijf per dag. Voor het eerst in jaren is het aantal zelfdodingen niet gestegen. Dat maakt CBS bekend.

Iets minder mannen, meer vrouwen

Sinds 2007 is het jaarlijkse aantal zelfdodingen gestegen, maar in 2014 niet meer. Met 1 835 zelfdodingen lag het aantal bijna 500 hoger dan in 2007. Vergeleken met 2013 waren er in 2014 iets minder zelfdodingen onder mannen, en nam het aantal zelfdodingen onder vrouwen juist iets toe. De meerderheid van het totaal aantal zelfdodingen wordt door mannen gepleegd. Gerelateerd aan de bevolking is het zelfdodingscijfer 14,9 per 100 duizend inwoners voor mannen en 6,9 voor vrouwen.

Sterfte door zelfdoding (gestandaardiseerd)

Zes op de tien van middelbare leeftijd

Bijna zes op de tien zelfdodingen werd gepleegd door 40- tot 65-jarigen. Vooral het aandeel zelfdodingen bij 50- tot 65-jarigen lag in 2014 met 19,2 per 100 duizend flink hoger dan de 13,2 in 2000. Boven de tachtig daalde het cijfer juist: van 17,7 naar 12,7.

Sterfte door zelfdoding naar leeftijdsgroepen

Hoogste zelfdodingscijfer in Noord-Nederland

De sterfte door zelfdoding was het hoogst in de provincie Groningen, waar 13,2 op de 100 duizend inwoners in de periode 2010/2014 een eind aan hun leven maakten. Ook in de andere noordelijke provincies lag het cijfer hoger dan het landelijk gemiddelde van 10,4. In Flevoland en Utrecht waren de minste zelfdodingen met iets minder dan 9 per 100 duizend inwoners. Van de vier grootste gemeenten in Nederland was alleen in Amsterdam het zelfdodingscijfer ruim hoger dan het landelijk gemiddelde.

Sterfte door zelfdoding regionaal, 2010/2014

Ophanging meest gekozen pleegwijze

Ruim de helft van de mannen die zich in 2014 van het leven beroofde, deed dit door ophanging. Bij de vrouwen koos 37 procent voor deze manier. Daarnaast nam een derde een overdosis medicijnen. Bijna een op de tien zelfdodingen vond plaats op het spoor.

Zelfdodingen naar pleegwijze, 2014

Bronnen: