Minder werklozen snel aan de slag
In het tweede kwartaal van 2009 waren er 373 duizend personen werkloos. Daarvan was 22 procent een kwartaal later aan het werk. In dezelfde periode een jaar eerder gold dat nog voor 26 procent.
Positie werklozen toch nog beter dan in de periode 2003-2006
In het tweede kwartaal van 2007 en 2008 steeg het aandeel werklozen dat in de drie maanden daarna een baan vond van ten minste twaalf uur per week. In het tweede kwartaal van 2009 nam dat weliswaar af, maar het aandeel werklozen dat snel aan de slag ging was nog steeds groter dan in de periode 2003-2006.
Werklozen die een kwartaal later werk voor twaalf uur per week of meer hadden
Grootste daling bij jongeren
Relatief veel jongere werklozen die in het tweede kwartaal van 2009 werkloos waren, vonden daarna snel een baan. Dat was in hetzelfde kwartaal een jaar eerder ook zo, maar toen was hun situatie nog beduidend beter. Van de 15- tot 25-jarige werklozen in het tweede kwartaal van 2009 had 29 procent na drie maanden werk. In het tweede kwartaal van 2008 was dat nog 38 procent. Bij de 25- tot 35-jarigen daalde het aandeel werklozen dat snel een baan vond van 36 procent naar 26 procent.
Bij oudere werklozen nauwelijks verschil
Naar verhouding komen werklozen van 55 tot 65 jaar het minst vaak binnen drie maanden aan de slag. Van hen had bijna 10 procent drie maanden later een baan van ten minste twaalf uur. Daar staat tegenover dat hun positie ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder nauwelijks verslechterde. Ook de positie van 45- tot 55-jarige werklozen en van 35- tot 45-jarige werklozen is nauwelijks veranderd.
Werklozen die een kwartaal later werk voor twaalf uur per week of meer hadden naar leeftijd
Harry Bierings en Robert de Vries
Bron: StatLine, Arbeidsmobiliteit; wisselingen arbeidsmarktpositie