Uitstoot broeikasgassen 4 procent lager in eerste kwartaal 2023

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© CBS
In het eerste kwartaal van 2023 was de uitstoot van broeikasgassen 4 procent lager dan in hetzelfde kwartaal van 2022. Vooral door de gebouwde omgeving en de industrie is minder uitgestoten. In de sector mobiliteit (verkeer en vervoer) was de uitstoot echter 10 procent hoger dan in het eerste kwartaal van 2022. Dit melden het CBS en RIVM/Emissieregistratie op basis van de voorlopige kwartaalcijfers over de broeikasgassenuitstoot conform de richtlijnen van de IPCC.

Uitstoot broeikasgassen per klimaatakkoordsector, 1e kwartaal
   CO2 (megaton CO2-equivalent)Overige broeikasgassen (megaton CO2-equivalent)
Totaal IPCC2023*35,86,9
Totaal IPCC2022*37,47
Totaal IPCC201946,77,5
Industrie2023*9,91,6
Industrie2022*10,91,7
Industrie201912,11,9
Gebouwde omgeving2023*7,80,3
Gebouwde omgeving2022*8,90,3
Gebouwde omgeving201910,30,4
Elektriciteit2023*7,70,1
Elektriciteit2022*7,60,1
Elektriciteit201912,30,1
Mobiliteit2023*7,40,1
Mobiliteit2022*6,70,1
Mobiliteit20198,20,2
Landbouw2023*2,14,7
Landbouw2022*2,34,7
Landbouw20192,84,9
Landgebruik2023*10,1
Landgebruik2022*10,1
Landgebruik201910,1
* voorlopige cijfers

Vooral minder uitstoot door de gebouwde omgeving en de industrie

Net als in het voorgaande kwartaal leidden de hoge aardgasprijzen in het eerste kwartaal van 2023 tot minder aardgasverbruik. Hierdoor hebben de gebouwde omgeving (woningen en kantoren) en de industrie respectievelijk 12 en 8 procent minder broeikasgassen uitgestoten dan in hetzelfde kwartaal van 2022. De industrie en de gebouwde omgeving leveren met aandelen van 27 en 19 procent de grootste bijdragen aan de broeikasemissies in het eerste kwartaal.

De uitstoot door de landbouwsector was circa 3 procent lager dan in het eerste kwartaal van 2022. De daling is kleiner dan bij industrie en woningen, onder andere doordat de glastuinbouw in het eerste kwartaal van vorig jaar ook al minder aardgas verbruikte door de relatief hoge gasprijzen.

In de elektriciteitssector waren de productie en de uitstoot van broeikasgassen ongeveer hetzelfde als een jaar eerder. De elektriciteitsproductiebedrijven verbruikten iets meer steenkool, maar wat minder aardgas dan in het eerste kwartaal van vorig jaar.

Uitstoot mobiliteit bijna terug op niveau van voor Corona

De uitstoot van broeikasgassen door mobiliteit was in het eerste kwartaal van dit jaar 10 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2022. De uitstoot lag daarmee weer bijna op het niveau van voor de coronapandemie. Dit komt vooral doordat er 22 procent meer benzine is verbruikt. Het verbruik van diesel lag 4 procent hoger dan in het eerste kwartaal van 2022.

Klein deel van de emissies door landgebruik

Een klein deel van de broeikasgasuitstoot, 2,5 procent, hangt samen met landgebruik. Het gaat bijvoorbeeld om de CO2-uitstoot door veenoxidatie in bodems en de uitstoot behorend bij landgebruiksveranderingen (zoals nieuwe bebouwing die ten koste gaat van groene gebieden).

De uitstoot van de klimaatsector landgebruik wordt vanaf nu meegenomen in de totale uitstoot van broeikasgassen, omdat het meetelt in het huidige Nederlandse doel om in 2030 de broeikasgasuitstoot met ten minste 55 procent te verminderen. Ook in de klimaatdoelen van de Europese Unie telt landgebruik mee.

Bijdrage broeikasgassen naar klimaatakkoordsector, 1e kwartaal 2023
CategoriesAandeel
Industrie27
Gebouwde omgeving19,1
Elektriciteit17,9
Mobiliteit17,7
Landbouw15,7
Landgebruik2,5

Het CBS berekent ook de uitstoot van CO2 door alle Nederlandse economische activiteiten volgens de nationale rekeningen. Hierbij wordt in vergelijking met de uitstoot volgens de IPCC-definities ook de CO2-uitstoot van de internationale lucht- en zeevaart en de uitstoot door verbranding uit biomassa door personen en bedrijven behorend tot de Nederlandse economie meegenomen. In het bericht hieronder worden de CO2-emissies conform de berekeningswijze van de nationale rekeningen gepresenteerd.

Uitstoot CO2 Nederlandse economie lager

De CO2-uitstoot door de Nederlandse economie was in het eerste kwartaal 3,3 procent lager dan in hetzelfde kwartaal van 2022, terwijl het bruto binnenlands product (bbp) in diezelfde periode met 1,9 procent groeide. De daling van de CO2-uitstoot is vooral toe te schrijven aan een lagere inzet van aardgas door huishoudens en de industrie. Daarentegen was het verbruik van benzine door huishoudens fors hoger. Gecorrigeerd voor het weerseffect kwam de daling van de CO2-uitstoot uit op 5,3 procent.

In het eerste kwartaal was de CO2-uitstoot door de delfstoffenwinning, industrie en bouwnijverheid samen 5,9 procent lager dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Vooral de chemische en de basismetaalindustrie hebben minder CO2 uitgestoten. De uitstoot door de bouwnijverheid was echter hoger.

De transportsector heeft 8,8 procent meer CO2 uitgestoten dan een jaar eerder, terwijl de toegevoegde waarde 3,4 procent lager was. De toename van de uitstoot is vooral toe te schrijven aan het herstel van de luchtvaart. De CO2-emissies van de Nederlandse luchtvaart waren ruim 18 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. De emissies door de binnenvaart waren ook hoger, terwijl de zeevaart juist minder uitstootte dan in het eerste kwartaal een jaar eerder.

CO2-emissies en economische ontwikkeling, 1e kwartaal 2023
 CO2-emissie (%-volumemutatie t.o.v. een jaar eerder )Toegevoegde waarde van producenten (%-volumemutatie t.o.v. een jaar eerder )Bbp (%-volumemutatie t.o.v. een jaar eerder )
NL economie (weergecorrigeerd)-5,3
Nederlandse economie-3,31,9
Transportsector8,8-3,4
Energie-, en waterbedrijven,
afvalbeheer
-3-0,2
Landbouw-3,60
Huishoudens-4,9
Delfstoffenwinning, industrie
en bouwnijverheid
-5,9-1,4
Overige dienstverlening-8,82,6

De CO2-emissies zijn een eerste berekening op basis van de dan beschikbare informatie. De cijfers kunnen wijzigen op grond van nieuwe statistische broninformatie die nadien beschikbaar komt. Verdere toelichting op de IPCC richtlijnen is hier te vinden.