Een op de zes bezoekt regelmatig kerk of moskee
Ruim de helft van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder rekent zich tot een kerkelijke gezindte of een levensbeschouwelijke groepering. In de periode 2010-2011 bezocht één op de zes regelmatig de kerk, moskee of een andere religieuze bijeenkomst. Dat is minder dan in de jaren daarvoor.
Bijna 30 procent is katholiek
Van de volwassen Nederlandse bevolking is 55 procent godsdienstig. Katholieken vormen de grootste groep, 28 procent hangt dit geloof aan. Verder rekent 8 procent zichzelf tot de Nederlandse Hervormde Kerk, 4 procent is gereformeerd en 6 procent geeft aan tot de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) te behoren. Vier procent is Islamiet. Tot een andere kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering – waaronder bijna 1 procent Hindoes en een half procent Boeddhisten – rekent zich 6 procent. Ten opzichte van de periode 2004-2008 is het aandeel kerkelijken in 2010-2011 met 3 procentpunten gedaald.
Bevolking 18 jaar en ouder naar godsdienstige gezindte
Gereformeerden zijn de meest trouwe kerkgangers
Van de krappe meerderheid (55 procent) die zichzelf tot een godsdienstige groepering rekent, gaat een op de drie minstens een keer per maand naar kerk of moskee. Het bezoek aan religieuze diensten verschilt sterk per gezindte. De gereformeerden zijn de meest trouwe kerkgangers: 64 procent kerkt minstens een keer per maand, gevolgd door de pkn’ers met 60 procent. Onder de Nederlands hervormden is dit nog maar 29 procent. Katholieken gaan met 19 procent nog minder vaak, gevolgd door hindoes met 18 en boeddhisten met 13 procent. Islamieten laten met 38 procent een bovengemiddeld moskeebezoek zien.
Kerk- en moskeebezoek, naar gezindte, 2010/2011
Drie kwart gaat vrijwel nooit naar een religieuze dienst
Het bezoek aan kerken, moskeeën en religieuze bijeenkomsten is sinds 1997-1999 beduidend afgenomen. Ging toen nog twee derde vrijwel nooit naar een dienst, in 2010-2011 was dat drie kwart. Nog 17 procent bezoekt minstens maandelijks een religieuze dienst, een afname van 7 procentpunten ten opzichte van 1997-1999. Deze afname is vooral sterk onder ouderen. Onder de 55- tot 65-jarigen is de teruggang van 33 naar 17 procent, bij de 65-tot 75-jarigen van 39 naar 25 procent. Onder de 18- tot 35-jarigen is er nauwelijks sprake van een afname. Met 13 procent zit deze groep al op een laag niveau.
De dalende trend geldt over de hele linie, voor alle opleidingsniveaus, voor zowel mannen als vrouwen, als voor autochtonen en allochtonen.
Hans Schmeets
Bron: Bevolking van 18 jaar en ouder naar kerkelijkheid en kerkbezoek (maatwerktabel)
Downloads
- Tabel - 3759t