Helft gemeenten verhoogt OZB-tarief met meer dan 5 procent
In 227 gemeenten is het tarief voor de onroerendezaakbelasting (OZB) in 2012 met meer dan 5 procent gestegen ten opzichte van 2011. Slechts drie gemeenten hanteerden een lager tarief. Er zijn grote regionale verschillen in de OZB-tarieven.
Den Haag uitzondering met daling OZB-tarief
In de grote steden is de stijging van het OZB-tarief relatief laag. In Amsterdam en Rotterdam steeg het tarief ongeveer 2,5 procent en in Utrecht 1,6 procent. Den Haag is een uitzondering met een tarief daling van 4,3 procent. De andere twee gemeenten waar het tarief is verlaagd zijn Anna Paulowna en Lopik. De grootste stijging van de onroerendezaakbelasting is in Lingewaard. Hier steeg het tarief met meer dan 60 procent.
Dalers en grootste stijgers OZB-tarief, 2012
Prijsdaling woningen versterkt hogere tarieven
In Limburg en Groningen liggen de tarieven beduidend hoger dan in Utrecht of Noord-Brabant. Dit heeft te maken met de waarde van de woningen. Een gemeente met veel dure woningen kan volstaan met een laag tarief om toch een behoorlijke opbrengst te krijgen. Maar door een daling van de woningprijzen moet een gemeente de tarieven extra verhogen om de inkomsten uit de OZB op peil te houden. Appingedam kent het hoogste tarief. Daar betaalt een huizenbezitter bijna vijf keer zo veel als op Texel voor een woning met dezelfde WOZ-waarde.
OZB-tarieven per gemeente, 2012
Macronorm staat 90 miljoen euro meer OZB toe in 2013
Het rijk legt de gemeenten een macronorm op. Alle gemeenten samen mochten in 2012 de totale inkomsten uit de OZB met 3,75 procent laten stijgen tot maximaal 3 178 miljoen euro. De totale begrote opbrengst in 2012 bedraagt echter 3 237 miljoen euro, 59 miljoen euro meer dan was afgesproken. Omdat de macronorm is overschreden, heeft het rijk de macronorm voor 2013 verlaagd van 3 procent naar 2,76 procent. Hiermee kunnen gemeenten in 2013 bijna 90 miljoen euro meer OZB innen dan in 2012.
Arlen Hoebergen
Bronnen: