Aantal gepromoveerde vrouwen neemt toe, vooral in alfa- en gamma-richting
De jaarlijkse groei van nieuwe gepromoveerden is in de afgelopen twee decennia verdubbeld. Daarbij maken vrouwen een inhaalslag; in het verleden behaalden veel meer mannen dan vrouwen een doctorstitel, maar voor de jonge generatie geldt dat niet. Wel promoveren mannen en vrouwen in andere richtingen. Mannen promoveren meer dan vrouwen in de wiskunde, natuurwetenschappen en techniek. Vrouwen promoveren meer dan mannen in de gezondheidswetenschappen en in het domein gedrag en maatschappij. De arbeidsparticipatie van gepromoveerde vrouwen is met 95 procent hoog en ze hebben vaak een voltijdbaan. Dit maakt het CBS vandaag bekend op basis van het gepromoveerdenonderzoek dat het CBS in 2014 heeft uitgevoerd.
Inhaalslag vrouwelijke gepromoveerden
In het academisch jaar 2012/’13 behaalden in Nederland ruim 4 duizend personen hun doctorstitel. Deze jaarlijkse groei van nieuwe gepromoveerden is twee keer zo groot als twee decennia geleden. Mannen hebben aanzienlijk vaker dan vrouwen een doctorstitel: van alle gepromoveerden is een derde vrouw. Vrouwen maken echter een inhaalslag. Zo hebben onder de gepromoveerden tot 35 jaar vrouwen licht de overhand. Van de 30- tot 35-jarigen is 51 procent vrouw, onder de 25- tot 30-jarigen is dit 58 procent.
Gepromoveerden (25 tot 60 jaar) naar geslacht en leeftijd, 2013
Mannen promoveren vaker in exacte richtingen, vrouwen in gezondheidswetenschappen
Bijna de helft van de gepromoveerde mannen behaalde zijn doctorstitel in de wiskunde, natuurwetenschappen, of in de richting techniek. Van de gepromoveerde vrouwen was dat iets minder dan een kwart. Hier staat tegenover dat vrouwen relatief vaker dan mannen promoveren in de gezondheidswetenschappen; respectievelijk 40 en 24 procent. Sinds 1990 is in absolute zin vooral het aantal promoties in de gezondheidswetenschappen en ook in de techniek toegenomen.
Wetenschapsgebieden waarin personen (25 tot 60 jaar) promoveren naar geslacht, 2013
Hoge arbeidsparticipatie onder gepromoveerden
De arbeidsparticipatie is onder gepromoveerden hoog. Eind 2013 had 96 procent een baan voor minimaal één uur per week. Onder de totale groep hoogopgeleiden (25 tot 60 jaar) was dit 90 procent. Het aandeel werkenden is onder gepromoveerde mannen en vrouwen bijna even hoog (respectievelijk 97 en 95 procent), net als bij de totale groep hoogopgeleiden. Dit in tegenstelling tot laagopgeleiden waar vrouwen beduidend minder vaak betaald werk hebben dan mannen.
Ruim acht op de tien gepromoveerde vrouwen werken voltijd
De overgrote meerderheid van de gepromoveerden met betaald werk deed dat in voltijd. Mannelijke gepromoveerden hadden vaker voltijdwerk dan vrouwelijke gepromoveerden, respectievelijk 97 en 85 procent. Dit percentage bij mannen is vergelijkbaar met het percentage voltijders onder de totale groep werkzame hoogopgeleide mannen. Voor de gepromoveerde vrouwen geldt echter dat het percentage voltijders hoog is in vergelijking met dat onder de totale groep hoogopgeleide vrouwen. Van alle hoogopgeleide vrouwen met betaald werk had 59 procent een voltijdbaan in 2013.
Aandeel hoogopgeleiden (25 tot 60 jaar) met voltijdbaan naar geslacht, 2013
Vaak werkzaam bij universiteit of universitair medisch centrum
Gepromoveerden zijn veelal werkzaam in de sectoren (universitair hoger) onderwijs en gezondheidszorg (waaronder universitair medische centra). Dit geldt voor vrouwen iets sterker dan voor mannen. Het beroep van zowel mannelijke als vrouwelijke gepromoveerden in deze sectoren is vaak docent, professor of medisch specialist. Van de vrouwen zijn vier op de tien werkzaam in deze beroepen, onder mannen zijn dit er ruim drie op de tien.
Top 5: aandeel gepromoveerden (25 tot 60 jaar) per sector, 2013
Bronnen: