Minder vogels in de stad
Steden zijn voor veel vogels van groot belang als leefgebied. Maar de negen vogelsoorten die in de tuinvogeltellingen van 2003 tot en met 2006 het meest voorkomen in de stad, nemen als geheel in aantal af.
De trends van de afzonderlijke soorten vertonen echter duidelijke verschillen. Goed gaat het in de stad met de populaties van de koolmees, de merel, de pimpelmees en de vink. Hun aantallen nemen toe of blijven stabiel. Met andere vogelsoorten gaat het minder goed. Het aantal houtduiven, huismussen, kauwen, spreeuwen en Turkse tortels in de stad neemt de laatste jaren af.