Huishoudens verliezen veel vermogen door koersdalingen
Nooit eerder leden huishoudens in zo’n korte tijd zo’n groot vermogensverlies door een beursval als in de eerste drie kwartalen van 2008. Zij verloren zowel op hun eigen aandelen- en obligatiebezit als ook indirect op de beleggingen van hun pensioen- en levensverzekeringsreserves.
Eind september 2008 hadden huishoudens 196 miljard euro aan aandelen in bezit. Dat is 43 miljard minder dan eind 2007. De daling bij de pensioenvoorzieningen is veel groter dan bij het eigen bezit. De pensioen- en levensverzekeringsreserves namen af van 944 miljard euro eind 2007 tot 850 miljard euro eind derde kwartaal 2008. Ook het obligatiebezit van huishoudens daalde (3 miljard euro). De dalingen zijn vooral waardeverminderingen.
Het totaal aan bezittingen van huishoudens nam in de eerste drie kwartalen van 2008 met 152 miljard euro af. Deze daling is groter dan tijdens de beursval van 2001 en 2002. In die jaren daalden de bezittingen van huishoudens met respectievelijk 43 en 56 miljard euro. Als gevolg van de daling van de bezittingen en de gestaag toenemende schulden, voornamelijk hypotheken, daalde het financieel vermogen van huishoudens in de eerste drie kwartalen van 2008 sterk (173 miljard euro).
Financieel vermogen huishoudens, ultimostanden
Bronnen: StatLine, Kwartaalsectorrekeningen; financiële rekeningen
StatLine, Kwartaalsectorrekeningen: saldi
Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen derde kwartaal 2008