Landbouwtelling 2010
Met ingang van 2010 zijn er een aantal factoren die van invloed kunnen zijn op de waargenomen trends in de Landbouwtelling. De belangrijkste zijn:
1. Overgang van NGE op SO
Met ingang van 2010 stapt de Europese Unie over op de SO (Standaard Opbrengst) als maat voor de economische omvang van land- en tuinbouwbedrijven. Nederland volgt die lijn en gaat over van de NGE (Nederlandse Grootte-Eenheid) op de SO.
2. Nieuwe bedrijfstypering
De typering van land- en tuinbouwbedrijven was gebaseerd op de NGE en is vervangen door een typering gebaseerd op de SO.
3. Wijzigingen in perceelsregistratie
Op grond van Europese regelgeving zijn de perceelsgrenzen op land- en tuinbouwbedrijven door Dienst Regelingen aangepast.
Als gevolg van de overgang van NGE naar SO en de nieuwe bedrijfstypering wijzigt de drempelwaarde voor het opnemen van bedrijven in de Landbouwtelling; deze gaat van 3 nge naar 3000 SO. Dit heeft vrijwel geen invloed op de omvang van de populatie, wel treden er geringe verschuivingen op in de samenstelling van de populatie van bedrijven rond de drempelwaarde. Dit kan (geringe) invloed hebben op de oppervlakte van specifieke gewassen en/of aantallen dieren.
Als gevolg van de aanpassing van perceelsgrenzen kunnen de oppervlakten van de land- en tuinbouwpercelen met enkele procenten wijzigen. Daarmee wijzigen ook de oppervlakten van de opengrondsgewassen in de Landbouwtelling.
In verband met deze wijzigingen zijn de Statline tabellen voor de Landbouwtelling opnieuw opgezet, en is 2009 herberekend. Binnenkort zullen ook herberekende gegevens van 2000 tot en met 2008 aan de nieuwe tabellen worden toegevoegd.