Armoederisico grootst in Rotterdam en Amsterdam
Bijna een op de vijf huishoudens in Rotterdam en Amsterdam had in 2013 een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Daarmee stonden de twee grootste steden van het land respectievelijk op de eerste en tweede plek in de ranglijst van gemeenten met het hoogste risico op armoede. Ook het aandeel huishoudens dat langdurig kans op armoede had, was in deze steden het hoogst. Dit staat in het rapport Armoede en sociale uitsluiting 2015 dat CBS vandaag heeft gepubliceerd.
Hoogste armoederisico in Rotterdam
Het aandeel huishoudens met een laag inkomen kwam in Rotterdam uit op 18,7 procent. Daarmee voert deze stad in 2013 de top 10 aan van gemeenten met de hoogste percentages lage inkomens. Daarna volgen Amsterdam (18,2 procent), Groningen (17,9 procent) en Den Haag (17,6 procent). De overige zes gemeenten in de top 10 zijn achtereenvolgens Vaals, Arnhem, Enschede, Heerlen, Leeuwarden en Nijmegen. Het landelijk gemiddelde is 10,3 procent.
Utrecht niet in armoede top 10
Als enige van de vier grote steden ontbreekt Utrecht in de top 10. In deze stad lag het aandeel huishoudens met een laag inkomen op 12,6 procent. In Utrecht wonen vergeleken met andere grote steden betrekkelijk weinig niet-westerse allochtonen. Deze groep loopt een hoog risico op armoede.
Behalve in de grote steden wonen in de kleinere gemeenten in het noordoosten van het land en in Flevoland relatief veel huishoudens met een laag inkomen.
Risico op langdurige armoede het hoogst in Amsterdam
Het risico op langdurige armoede is het grootst in Amsterdam. Daar moest 6,8 procent van de huishoudens vier jaar of langer van een laag inkomen rondkomen in 2013.
Dat is ruim boven het landelijk gemiddelde van 3 procent. De hoofdstad wordt op de voet gevolgd door Rotterdam (6,7 procent) en Groningen (6,4 procent). Heerlen en Den Haag volgden met 5,6 procent. Vaals (5,2 procent), Arnhem (5,2 procent), Enschede (5 procent), Kerkrade (4,8 procent) en Leeuwarden (4,7 procent) completeerden de top 10.
Armoederisico in kleine gemeenten veelal beperkt
Lage percentages huishoudens met een inkomen onder de lage-inkomensgrens zijn veelal in de kleinere gemeenten te vinden. Rozendaal (2,3 procent) en Montfoort (4,4 procent) kennen in 2013 de laagste percentages huishoudens met een laag inkomen.
Gaat het om huishoudens met een langdurig laag inkomen dan worden de laagste percentages aangetroffen in de gemeenten Korendijk, Hardinxveld-Giessendam (beide 0,9 procent) en Rozendaal (0,7 procent).
Lage segregatie in Amsterdam
Huishoudens met een laag inkomen wonen vaak in andere buurten dan de rest van de bevolking. Deze segregatie is van de vier grote steden duidelijk het laagst in Amsterdam: slechts zo’n 18 procent zou binnen deze stad moeten verhuizen om in alle buurten een gelijk aandeel met een laag inkomen te verkrijgen. In Den Haag (30 procent), Rotterdam (28 procent) en Utrecht (25 procent) wonen lage en hogere inkomens minder evenwichtig verspreid. Gemiddeld over alle gemeenten kwam deze maatstaf van segregatie in Nederland uit op 24 procent.