Koopkracht in 2011 opnieuw gedaald
In 2011 is de koopkracht van de Nederlandse bevolking met 0,4 procent afgenomen. Ook in 2010 daalde de koopkracht. Het koopkrachtverlies bedroeg toen 0,6 procent.
Koopkrachtontwikkeling
Grootste koopkrachtdaling bij gepensioneerden
De grootste daling deed zich in 2011 voor bij de gepensioneerden bij wie de koopkracht met 1,1 procent kromp. Dit kwam onder meer doordat veel pensioenen vorig jaar niet of nauwelijks geïndexeerd zijn of zelfs verlaagd werden. Daarnaast liep ook bij bijstandsontvangers (-1,0 procent) en arbeidsongeschikten (-0,8 procent) de koopkracht naar verhouding flink terug.
Werknemers gingen er op vooruit
Werknemers zagen in 2011 hun koopkracht met 0,5 procent stijgen. Door periodieke loonsverhoging, promotie of een nieuwe baan verbeteren werknemers hun loon doorgaans sterker dan volgens de cao-ontwikkeling.
Bij zelfstandigen daalde de koopkracht met 0,6 procent. De koopkrachtverandering bij zelfstandigen kent echter traditioneel een grote spreiding: bij 10 procent van hen van bedroeg de koopkrachtmutatie vorig jaar -34 procent of minder, terwijl bij een even grote groep de koopkracht met 29 procent of meer toenam.
Koopkrachtontwikkeling bij gelijkblijvende inkomensbron, 2011*
Koopkrachtverbetering bij hoogste inkomens
Het koopkrachtbeeld bij de laagste inkomensgroepen wordt sterk bepaald door uitkeringsontvangers, die veelal een relatief laag inkomen hebben. De op één na laagste inkomensgroep ging er in 2011 met 1,1 procent het meest op achteruit. In deze groep zijn relatief veel gepensioneerden met een klein aanvullend pensioen te vinden.
Alleen de hoogste inkomens gingen er met 0,8 procent op vooruit. Het betreft vooral werknemers en een groep zelfstandigen die hun koopkracht overwegend wel wisten te verbeteren.
Koopkrachtontwikkeling naar inkomensgroep, 2011*
Wim Bos en Reinder Lok
Bron: StatLine,