Waardenverandering in Nederland: resultaten van de SOCON-enquête 1980-2011
1. Inleiding
De discussie over het vermeende verlies van normen en waarden heeft betrekking op zaken als overlast, diefstal en agressie op straat en de taak van de (grensstellende) overheid, maar gaat ook over het verlies van gemeenschappelijke waarden in onze moderne, multiculturele samenleving. In dit verband wordt Nederland wel eens afgeschilderd als een verdeelde natie zonder overkoepelende nationale identiteit. Dat blijkt erg mee te vallen. Van een radicale omwenteling van centrale levenswaarden is geen sprake. Wel verschuiven de laatste dertig jaar de waarden van de Nederlandse bevolking langzaam in de richting van meer calculerende, economische burgerlijkheid en een toegenomen hang naar consumptief hedonisme, zonder diepgang.
2. Methode
SOCON waardenonderzoek
In het kader van het onderzoeksprogramma ‘Sociaal-culturele ontwikkelingen in Nederland’ (SOCON) van de Radboud Universiteit Nijmegen wordt elke vijf jaar een nationale enquête gehouden, die een afspiegeling vormt van de Nederlandse bevolking van 18 tot 70 jaar. De eerste survey dateert uit 1980, het meest recente onderzoek is gehouden in 2011. Via uitgebreide mondelinge ondervragingen worden de waardenoriëntaties van de bevolking in kaart gebracht. Het gaat dan om relatief duurzame, collectieve voorstellingen en standaarden van de Nederlandse bevolking over wat goed, belangrijk en daarom nastrevenswaardig is (Felling, Peters en Schreuder, 1983; Peters, 1993). Daarnaast wordt gepoogd een antwoord te geven op de vraag of en in welke richting de waarden door de tijd heen veranderen, welke groepen de dragers zijn van bepaalde waardenoriëntaties en welke groepen in het bijzonder verantwoordelijk zijn voor de verschuivingen.
Op alle peildata (1980, 1985, 1990, 1995, 2000, 2005 en 2011) is hetzelfde meetinstrument gebruikt.
In het SOCON-programma wordt onderzocht hoe belangrijk mensen een aantal waardenaspecten vinden. Op grond van de antwoorden kunnen vier dimensies of waardenoriëntaties worden onderscheiden: 1. familiaal-burgerlijke waarden (FBW), 2. economisch-burgerlijke waarden (EBW), 3. maatschappijkritische waarden (MKW) en 4. hedonistische waarden (HEW). Het familialisme (de waardering van huwelijk en gezin) vormt samen met het economisme (het belang van beroep, vooruitkomen en financiële zekerheid) het traditioneel-burgerlijk waardenpatroon. De maatschappijkritische oriëntatie heeft betrekking op het streven naar meer economische en politieke gelijkheid en is te vangen in termen als gelijkheid en spreiding van macht en inkomen. Bij de hedonistische waarden zijn genot en plezier de trefwoorden. Daarbij gaat het om een tamelijk oppervlakkige pluk-de-dag-mentaliteit. Alle ondervraagden krijgen op grond van hun antwoorden een ‘score’ op elk van de vier waardenoriëntaties. Daarbij zijn sommigen meer uitsproken economisch-burgerlijk in hun antwoorden, anderen meer hedonistisch, weer anderen zowel sterk economisch-burgerlijk als sterk hedonistisch.
3. Resultaten
Waardenhiërarchie en waardenverschuivingen
In tabel 2 is de rangorde van de waardenoriëntaties voor de gehele onderzoeksperiode weergegeven. In 1980 stond de familiale burgerlijkheid aan de top de waardenhiërarchie. Kinderen en gezin behoorden tot de belangrijkste waarden. De hedonistische oriëntatie en de economische burgerlijkheid streden in de rangorde van waarden om de tweede en derde plek; het verschil tussen deze twee percentages is niet significant. Het minst belangrijk waren op dat moment de maatschappijkritische waarden.
Deze hiërarchie van waarden is in de afgelopen drie decennia in een aantal opzichten gewijzigd. De economische burgerlijkheid is in de loop der jaren langzaam maar gestaag toegenomen. Het meest opvallend is dat het hedonisme de traditionele burgerlijkheid voorbij is gestreefd als belangrijkste waardenoriëntatie. Deze ontwikkelingstendensen zijn af te lezen uit de percentageverschillen in tabel 1, maar zijn duidelijker te zien in grafiek 1, waarin de gemiddelde scores staan van alle ondervraagden op de vier waardendimensies tussen 1980 en 2011. De gemiddelden kunnen variëren van 1 (onbelangrijk) tot 5 (heel erg belangrijk).
1. Verandering in waardenoriëntaties
De hedonistische oriëntatie is de afgelopen dertig jaar zo belangrijk geworden dat individuele zelfverwerkelijking de centrale culturele waarde in de Nederlandse samenleving lijkt te zijn geworden. Daarnaast is er een duurzame ontwikkeling te signaleren in de richting van toegenomen economische burgerlijkheid. Ten opzichte van 1980 zijn vooruitkomen in het leven en het financieel goed hebben duidelijk in belang gestegen. De populariteit van de familiaal-burgerlijke waarden brokkelde tot medio jaren tachtig af, maar sinds die tijd is de ervaren belangrijkheid daarvan vrijwel gelijk gebleven. Een grootschalig afscheid van het burgerlijk waardenpatroon of ontburgerlijking is in de gegevens niet te ontdekken. Veeleer is er een tegengestelde beweging in de richting van economische verburgerlijking te constateren. De maatschappijkritische waardenoriëntatie bezet weliswaar steevast de laagste plaats in de rangorde van waarden, maar er is er geen afbraak te signaleren. Integendeel, er lijkt zich een gematigde tegenbeweging te manifesteren.
De populariteit en prioriteit van de onderscheiden waarden is één kant van de zaak, de onderlinge samenhang tussen de waarden een andere. In grafiek 2 zijn de samenhangen tussen de waarden en de veranderingen daarin in beeld gebracht.
2. Verandering in de samenhang tussen waardenoriëntaties
Een aantal zaken valt op. In 1980 waren de economische en de familiale burgerlijkheid nog zo sterk verweven dat kon worden gesproken van een traditioneel-burgerlijk waardencomplex. Door de jaren heen zijn de twee burgerlijke waarden echter losser van elkaar komen te staan. De economische burgerlijkheid is steeds beter te verenigen met een hedonistische levensvisie.
Ook de maatschappijkritische oriëntatie is veranderd. Op de drempel van de jaren tachtig stond maatschappijkritiek nog op gespannen voet met familiale burgerlijkheid. Tegenwoordig blijken deze alternatieve waarden wel samen op te kunnen treden, al is de samenhang gering. De verhouding tussen de van oorsprong niet-burgerlijke maatschappijkritiek en de economische burgerlijkheid volgt een soortgelijke trend: van goeddeels onafhankelijke visies naar gezamenlijk opererende waarden. Samenvattend, kunnen we zeggen dat de Nederlandse bevolking tegenwoordig waarden combineert die dertig jaar geleden moeilijk in één persoon waren te verenigen, zoals economisme èn hedonisme, familialisme èn maatschappijkritiek.
3. Sociale verankering van waarden
In deze paragraaf komt de vraag naar de mogelijke sociale verankering van waarden aan de orde: zijn er sociale groepen met uitgesproken waardenoriëntaties te traceren? Welke groepen zijn in het proces van waardenverandering de voorlopers en welke vormen de achterhoede? We onderzoeken wat de invloed is van geslacht, leeftijd (en generatie), ouderschap (en burgerlijke staat) en opleidingsniveau bij verschuivingen in waardenoriëntaties in de periode 1980–2011. Door de waarden met positiekenmerken in verband te brengen kan de dynamiek van de verschuivingen meer in detail worden nagegaan. Bovendien kunnen verschillen in dynamiek een bijdrage leveren aan de verklaring van veranderingen.
Verandering in waardenoriëntaties en geslacht
Vrouwen zijn – wellicht vanwege hun achterstandspositie – wat maatschappijkritischer dan mannen. Voor het overige zijn er weinig sekseverschillen in waardenoriëntaties te constateren en ook de verandering van de waarden verloopt bij beide geslachten vrijwel identiek. De toegenomen fixatie op plezier en genot en op inkomen en aanzien is dus geen typische vrouwen- of mannenaangelegenheid.
3.1 Hedonistische en familiaal-burgerlijke waarden naar geslacht
3.2 Economisch-burgerlijke en maatschappijkritische waarden naar geslacht
Verandering in waardenoriëntaties en generaties
Waarden veranderen onder invloed van de tijdgeest, maar ook onder invloed van geleidelijke veranderingen van de samenstelling van de bevolking, zoals door generatievervanging (Felling, Peters en Scheepers, 2000). In grafiek 4.1 tot en met 4.4 staan de waardentrends voor onderscheiden generaties afgebeeld.
4.1 Verandering in hedonistische waarden
Het is in de eerste plaats opvallend dat bij de meeste generaties de toename van de hedonistische waardenoriëntatie langzamer verloopt dan in de Nederlandse bevolking. Vooral de naoorlogse generaties doen hier van zich spreken. Die waren al aan het begin van de jaren tachtig koplopers en trendsetters in hedonisme. Genieten van het leven is vooral erg belangrijk voor de jongste generatie (1968–1993).
4.2 Verandering in familiaal-burgerlijke waarden
Frappant is ook dat bij de jongste generatie de familiale burgerlijkheid en de economische burgerlijkheid sterk en in rap tempo zijn toegenomen. Gezin en materieel succes zijn tegenwoordig cool en top. Verder valt op dat de verschillen die in de jaren tachtig nog bestonden tussen de oude en de jongere generaties ten aanzien van familiaal-burgerlijke waarden inmiddels vrijwel volledig verdwenen zijn.
4.3. Verandering in economisch-burgerlijke waarden
Het toegenomen belang van het hedonisme en de economische burgerlijkheid is vermoedelijk voor een belangrijk deel aan generatievervanging toe te schrijven en het resultaat van een stille revolutie (Inglehart, 1977).
4.4. Verandering in maatschappijkritische waarden
Verandering in waardenoriëntaties en kinderen en burgerlijk staat
Mensen zonder kinderen, ongehuwden en gescheidenen scoren sinds 1980 steevast laag op familialisme. Zij hebben blijkbaar niet zo’n boodschap aan alles wat met huwelijk, gezin en kinderen te maken heeft.
5.1. Verandering in hedonistische en familiaal-burgerlijke waarden naar het hebben van kinderen
In het oog springend is verder het rappe tempo waarin vooral mensen zonder kinderen de economische burgerlijkheid hebben overgenomen en – zij het in minder sterke mate – het hedonistische gedachtegoed.
5.2. Verandering in economisch-burgerlijke en maatschappijkritische waarden naar het hebben van kinderen
5.3 Verandering in hedonistische en familiaal-burgerlijke waarden naar burgerlijke staat
5.4. Verandering in economisch-burgerlijke en maatschappijkritische waarden naar burgerlijke staat
Verandering in waardenoriëntaties en opleiding
In grafiek 6.1 is duidelijk te zien dat het toegenomen hedonisme een zaak van alle opleidingsniveau’s is: laag-, middelbaar- en hoogopgeleiden zijn consumptiever geworden in vrijwel hetzelfde tempo. Verder blijkt dat naarmate het opleidingsniveau hoger is, de traditionele oriëntatie op familie en gezin wat naar de achtergrond verdwijnt.
6.1. Verandering in hedonistische en familiaal-burgerlijke waarden naar opleidingsniveau
Vermeldenswaard is verder dat de hoogopgeleiden in economische burgerlijkheid een inhaalslag aan het maken te zijn en steeds sterker gaan lijken op de meer economistisch georiënteerde laag- en middelbaaropgeleiden.
6.2 Verandering in economisch-burgerlijke en maatschappijkritische waarden naar opleidingsniveau
4. Conclusies
Van een vervreemding van de traditioneel-burgerlijke waarden lijkt nauwelijks sprake. Deze waarden zijn nog steeds wijdverbreid en er is zelfs aanleiding om te spreken van een zekere restauratie van economische burgerlijkheid. Het familialisme is sinds het begin van de jaren tachtig afgenomen, maar het is zeker niet zo dat deze oriëntatie z’n langste tijd heeft gehad. Ook van de economische burgerlijkheid is geen afscheid genomen. Integendeel, ten opzichte van 1980 gaat men juist in sterkere mate voor aanzien, succes en prestatie. Vanuit dit perspectief gezien, is er aanleiding om bij de formule ‘verlies van gemeenschappelijke waarden’ een groot vraagteken te plaatsen. De traditioneel-burgerlijke waarden zijn weliswaar geen ‘vaste oriëntaties’ maar wel duurzame waarden die gedragen worden door een groot deel van bevolking.
Er is wel een sterk toegenomen fixatie op pluk-de-dag, consumptief hedonisme. De neiging tot hedonistische genoegens, die haaks staan op de Nederlandse culturele (lees: calvinistische) traditie, is een uitdrukking van processen van individualisering, welvaartsgroei en technologische ontwikkeling.
Waarden die voorheen sterk met elkaar waren verbonden, zoals familiale en economische burgerlijkheid, komen tegenwoordig ook los van elkaar in één persoon voor. Daardoor zijn sommige burgers wel economisch-burgerlijk, maar niet familialistisch. En waarden die in het begin van de jaren tachtig niet of nauwelijks bij elkaar pasten, zoals familialisme en maatschappijkritiek, zijn tegenwoordig goed in één persoon te verenigen.
De jongste generatie en mensen zonder kinderen vormen de voorhoede als het gaat om het toegenomen belang van ‘werk, werk, werk’ (burgerlijk economisme) en de interesse voor een opwindend leven en consumptiedrift (hedonisme).
Deze laatste conclusie dwingt tot reflectie. Waarden zijn niet louter een privéaangelegenheid, maar hebben maatschappelijke dimensies. Die komen tot uiting in de wijze waarop mensen met elkaar omgaan, in de keuze van wat zij als een maatschappelijk probleem zien, in de motivatie waarop zij zich al of niet maatschappelijk engageren en in de toekomstvisies die richting geven aan hun handelen. Door de toename van hedonisme in de vorm van individuele zelfverwerkelijking kan maatschappelijke integratie en engagement een probleem worden. In een sterk hedonistisch en materialistisch georiënteerde samenleving kan individualisme omslaan in hyperindividualisme, narcisme en onverschilligheid, verliest men de interesse voor de omgeving en worden zaken als gelijkheid en solidariteit eenvoudig aan de kant geschoven.
Rob Eisinga, Peer Scheepers en Per Bles (Sectie Sociologie, Radboud Universiteit Nijmegen)
Literatuur
Felling, A., J. Peters en O. Schreuder, 1983, Burgerlijk en onburgerlijk Nederland: een nationaal onderzoek naar waardenoriëntaties op de drempel van de jaren tachtig. Van Loghum Slaterus, Deventer.
Felling, A., J. Peters en P. Scheepers, 2000, Individualisering in Nederland aan het einde van de twintigste eeuw: empirisch onderzoek naar omstreden hypothesen. Van Gorcum, Assen.
Inglehart, R., 1977, The silent revolution: changing values and political styles among Western publics. Princeton University Press, Princeton, NJ.
Peters, J., 1993, Individualisering en secularisering in Nederland in de jaren tachtig. Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen, Nijmegen.
Downloads
- Tabel - 2012-BTWIN-t